Ileen Montijn schoot vanmiddag uit haar slof over dit interview met Martin van Creveld, dat opent met een potsierlijk citaat: ‘Vechten is de grootste vreugde die je kunt beleven met je broek aan.’
Ja. Iets leuks met seks vergelijken is niet alleen ordinair, je begeeft je ook op glad ijs. Want is seks echt de grootste vreugde die er is? Waarom doen we het dan niet vaker? Misschien is seksueel verlangen altijd op de een of andere manier een drijfveer in ons handelen. Een afgekloven idee, maar het zou kunnen. Misschien werken we, leren we, voeden we kinderen op, vullen we belastingformulieren in omdat we deep down hopen te worden beloond met seks. Maar misschien ook niet. Zelfs op momenten dat seks het enige genot lijkt dat echt de moeite waard is, kunnen we toch ook nog aan andere dingen denken. Seks is niet de maat van alle dingen, en Van Creveld zou dat toch wel moeten weten.
Toevallig had ik vorige week zaterdag een katern van Volkskrant uit het zwembad mee naar huis genomen. Niemand leek nog belangstelling voor die krant te hebben, en wat is één katern nu (het Betoog in dit geval) op een hele zaterdagkrant. De paginabrede kop luidde: ‘Een wereld zonder geweld is verschrikkelijk’. Die stelling werd verdedigd door Martin van Creveld (en bestreden door Mient Jan Faber).
In dat stuk (het zit op de website van de Volkskrant onder de betaalknop, maar hier heeft iemand het online gezet, lees het zolang het kan), legt Van Creveld uit dat je oorlog alleen maar kunt uitbannen door gevoelens van agressie farmaceutisch te onderdrukken. En hij constateert dat nu eenmaal veel te veel mensen oorlog leuk vinden. Het zit in onze aard. Niet alleen bij mannen, ook bij vrouwen - die vallen op krijgers, en zo haalt hij de seks er op een andere manier weer bij.
Wat ik in dat stuk van vorige week alleen niet las, is dat Van Creveld blij is met die situatie waarin we van tijd tot tijd elkaar op leven en dood moeten bevechten. Hij concludeerde alleen, dacht ik, dat het middel erger zou zijn dan de kwaal.
Maar na het lezen van dat laatste stuk, waar Ileen zich zo aan ergerde, krijg ik ook het idee dat Van Creveld teveel met zijn onderwerp is gaan meevoelen. Dat kan in een paar eenvoudige stappen zijn gebeurd: de krijgshistoricus constateert dat mensen maar oorlog blijven voeren. Bedenkt dat de mensen dat gewoon willen. Waarom wil ik, krijgshistoricus, het eigenlijk niet? Maar... wíl ik het echt niet? Eigenlijk wil ik het ook! En dat geeft niets, iedereen wil het immers. Laten we alleen zorgen voor een goede oorlogscultuur om excessen te voorkomen.
Wat in beide stukken achterwege blijft, is de mogelijkheid om oorlog uit te bannen door redelijkheid en welbegrepen eigenbelang - "oorlog maakt meer kapot dan je lief is", zoiets. Nu kan het zijn dat Van Creveld weinig fiducie in die redelijkheid heeft, en dat we ons maar liever tegen de barbaren kunnen wapenen. Dat is een hard, maar verdedigbaar standpunt.
Dan blijf ik wel met dat citaat zitten waar dit stuk mee begon. Meent hij dat nou echt? Het kan uit zijn verband gerukt zijn, en niet echt zijn eigen gevoelens beschrijven. Hij is immers geen vechtersbaas. En zo'n vergelijking met seks kan een jongens-onder-elkaargrapje tegen de interviewer zijn geweest. Erg onhandig.
Een verwaarloosd stukje in het integratiedebat
-
Onder de douche na het zwemmen. Tegenover me zijn twee begin-twintigers met
elkaar aan het babbelen. Een jongen, een meisje. Er staat nog iemand tussen
hen...
4 weken geleden
5 opmerkingen:
Het idee dat een wereld zonder geweld verschrikkelijk is, deed me, zonder het stuk te lezen (ga ik later doen, heb het nu in ieder geval reeds gedownload), denken aan The Third Man. De film van Carol Reed, niet het boek van Graham Greene, dat heb ik niet gelezen. In die film zegt Orson Welles, in zijn rol als Harry Lime, het volgende over gewelddadige maatschappijen:
"Don't be so gloomy. After all it's not that awful. Like the fella says, in Italy for 30 years under the Borgias they had warfare, terror, murder, and bloodshed, but they produced Michelangelo, Leonardo da Vinci, and the Renaissance. In Switzerland they had brotherly love - they had 500 years of democracy and peace, and what did that produce? The cuckoo clock. So long Holly."
Of oorlog het leukste is dat je kunt doen met je broek aan, weet ik niet. IK heb nooit oorlog gevoeld. Ik heb van onder andere Arnon Grunberg begrepen dat gebombardeerd worden wel een bepaalde kick geeft, een adrenalinestoot die z'n weerga niet kent en die je het gevoel geeft dat je leeft, echt leeft. Ik kan me zo voorstellen dat oog in oog met je vijand staan, en dan overleven, ook zo'n gevoel oplevert. Toch hoop ik dat het nooit zover hoeft te komen. Als ik zelf met geweld te maken krijg (het is gelukkig niet zo vaak gebeurd), raak ik altijd misselijk. Het heeft een directe invloed op mijn maagstreek. Dat is de fysieke uitwerking die geweld op mij heeft. Dan word ik liever dronken, om maar iets te noemen wat ik graag doe zonder mijn broek uit te doen. Nu ja, soms doe ik m'n broek dan wel uit, maar dan ben ik op een punt aanbeland dat de dronkenschap helemaal niet leuk meer is. Afijn, ga ik nu even het stukkie van meneer Creveld lezen. Je kunt veel van 'm zeggen, hij weet het meestal wel prikkelend te verwoorden.
Ha, Max, dank weer voor uw reactie, in de beste Panzerfaust-traditie eruit gegooid voordat je de relevante stukken had gelezen! Geeft niets, maar ik denk dat je het na lezing met mij en Ileen Montijn eens zult zijn dat Van Creveld zich wel van zijn botste kant laat zien.
Ik heb die beroemde passage van Harry Lime altijd (ja, ALTIJD, sinds ik de film omstreeks mijn zestiende voor het eerst zag, of sinds ik 'm rond diezelfde tijd voor het eerst bij Henk Hofland las) te flauw voor woorden gevonden. Redenering steunt op zeer selectief gekozen voorbeelden, en suggereert causale verbanden die er helemaal niet hoeven zijn.
Wel mooi wat je zegt over die misselijkheid. Ik kan zelf van streek raken als ik iets echt gruwelijks lees (wat ik dan ook liever probeer te vermijden). Die natuurlijke afkeer van geweld is een van de dingen die ze er in het leger uit moeten rammen om jongens de oorlog in te kunnen sturen. Dat zal ook wel in dat boek van Van Creveld staan. Je leest er veel over, en in films wordt het ook veel gebruikt (Kubrick etc.). Het Nederlandse leger was wat dat betreft wel heel tam, daarom konden ze Srebrenica ook niet houden, betoogt Van Creveld denk ik terecht. Ben jij trouwens in dienst geweest, Max? Je lijkt me wel van de generatie die dat nog had gekund.
Ik bedoelde natuurlijk: "Ha, Max, dank voor je reactie", dat vousvoyeren vind ik toch meer iets voor Panzerfaust.
Over Kubrick & geweld heb ik alweer een poos geleden een stukje geschreven waar ik me nog steeds in kan vinden, zie hier.
(Bij Panzerfaust komt het zelfs geregeld voor dat er gereageerd wordt op een stukje voordat het stukje zelf gelezen is. Schande!)
Heb inmiddels de stukken van en met Van Creveld gelezen. En ja, hij laat zich inderdaad van z'n botste kant zien, maar echt heel schokkend vond ik het ook weer niet. Van Creveld lijkt mij typisch iemand die zo gefascineerd is door geweld juist doordat hij er zelf nooit mee te maken heeft gehad. Van Creveld is iemand die er van een afstand naar kan kijken. Alsof hij zelf geen deel uitmaakt van de mensheid. Dan kun je makkelijker zeggen dat de mens van nature dit of dat is, zonder dat je bij jezelf te rade hoeft te gaan.
Lang geleden had de VPRO een thema-avond over de oorlog. Iemand zei toen dat oorlog 'Het Grote Spel' betekent. Dat was dus waarschijnlijk Van Creveld die dat zei. Een andere geïnterviewde zei dat hij zich nooit zo 'alive' had gevoeld als die keer dat hij onder vuur lag. Ik was destijds zeer onder de indruk van dergelijke uitspraken. Daarnaast las ik toen de boeken van Bukowski, waarin nogal wat vuistslagen worden uitgedeeld. Op een avond was ik met een vriend ergens op een bankje aan het blowen toen er iemand langs kwam die ik toen gevraagd heb om me op m'n bek te slaan. Ik wilde voelen hoe het was om te leven. Gelukkig heeft die vriend van mij de langs fietsende jongen ervan weerhouden mij daadwerkelijk op m'n bek te slaan, want het was natuurlijk nergens voor nodig.
Alhoewel, misschien was het wel ergens voor nodig geweest. Om mijn angst voor geweld te overwinnen bijvoorbeeld. Wat betreft die diensttijd van mij: ik mag graag wat mist rond mijn identiteit creëren en ben een stuk jonger dan ik mij altijd voordoe. Vertel het niet verder, maar ik hoefde dat leger van ons niet in.
Gevolg van dit alles is wel dat ik nog steeds als de dood voor geweld ben. Ik ga het daarom ook altijd zo snel mogelijk uit de weg. Maar ik vrees al te vaak dat er ooit een moment komt dat ik mij moreel verplicht voel iemand te helpen die geweld ondergaat, en dat ik niet durf in te grijpen, bang als ik ben zelf geweld te moeten ondergaan. Dan zal ik mijn lafheid moeten overwinnen en ik vrees dat me dat niet zal lukken.
Mocht men ooit een middeltje tegen geweld vinden, dan hoop ik ook dat ze een middeltje tegen angst voor geweld vinden. Ik heb nog wel meer te melden, ik moet helaas nu verder.
Ik reageer wat laat, sorry.
Het gaat, lijkt mij, om wat je zou doen als het oorlog was. Dan ben je natuurlijk bang om doodgeschoten te worden.
In vredestijd kun je wel iets doen, als bijvoorbeeld een ruzie zich op straat afspeelt. Dan kun je toch schreeuwen: ‘En nu hoën! Ik heb een zwarte band judo! Dus stoppen met die ongein!’ Je maakt een paar jui jitsu-achtige bewegingen, en klaar is de zaak.
Of ben ik te naïef?
Een reactie posten