zaterdag 20 mei 2006

Fanny en Alma doen Hans Kemna

Vorige week liet ik in mijn stukje Fanny en Alma gaan door nog een kwestie open:

Ze lijken de kunst te verstaan om óf mensen voor gesprekken uit te nodigen die interessantere dingen te zeggen hebben dan je op het eerste gezicht zou denken, óf uit elke geïnterviewde het beste naar boven te halen.
Welke van de twee het is, is deze week duidelijk geworden. Ze nodigen geen mensen uit die interessante dingen te vertellen hebben, maar halen wel het beste uit elke geïnterviewde naar boven. En in het geval van Hans Kemna, de vijfde in een reeks geïnterviewde Hanzen, moet dat niet makkelijk geweest zijn. Wat een klier:
Ik heb een heel stoute diensttijd gehad. Ik heb daar heel vieze dingen gedaan. Heel veel seks gehad. Later kwam ik die mannen wel eens tegen met hun vrouw achter de kinderwagen. Dan zei ik ze altijd expres heel enthousiast gedag en dan kreeg ik een heel pissige blik terug!
Misschien kunt u daar om lachen. Ik niet. Het is een misselijke streek. Kemna suggereert dat die mannen net als hij homo's waren die, anders dan hij, te slap waren om "uit de kast" te komen. Ten eerste: als het zo is, lijkt dat me hun goed recht. Wat is er grappig aan om het gezinsleven van die ander in gevaar te brengen? Ik zou het nog kunnen begrijpen als het een wraakoefening was, als de jongens elkaar eeuwige trouw hadden beloofd. Maar ik krijg uit het citaat niet de indruk dat er zoiets speelde.

Ten tweede: waren die jongens wel echt homo? Het leger was in ieder geval in Hans Kemna's tijd een mannenmaatschappij met gevangenisachtige trekjes. Kemna kan zich er met zijn wereldwijsheid meer op zijn gemak hebben gevoeld dan veel andere jongens, die misschien nog nooit aan seks hadden gedaan en tobden over hun "identiteit". Een prooi voor de ware verleider. Zulke jongens zo'n trap na geven is ronduit wreed.

Dit behoorde natuurlijk niet tot het beste dat Fanny en Alma naar boven wisten te halen. Daarvoor kan ik beter het volgende fragmentje aanhalen:
Vroeger had ik veel sjans. Toen was ik mooi en jong. Maar mensen zijn nog steeds heel aardig tegen me. Ze weten wie ik ben en dat ik macht heb in de castingwereld. Ik ben ijdel, dus ik vind het niet zo erg.
Relativeringsvermogen heeft hij wel. En hij geeft een eigen fout toe. Ik vind het mager, hoor.

Geen opmerkingen: