vrijdag 10 december 2010

Een mannetje of vijf... zes?

Lezend in deel 4 van het Verzameld Werk van Karel van het Reve (voor de liefhebber interessanter dan deel 5, omdat er meer ongepubliceerde stukken in staan) stuit ik op een passage waarover, ten behoeve van het notenapparaat, mijn advies was gevraagd. Door een plotselinge zenuwachtigheid bevangen blader ik door naar de noot. En inderdaad, daarin blijkt een compromis te zijn gezocht, tussen mijn advies en dat van de slaviste A. Jammer, want ik heb gelijk, maar om de mening van A. kom je niet makkelijk heen, want ze is een van de slechts drie promovendi van Van het Reve.

Ik stel me voor hoe ik dat iemand zou uitleggen, iemand die mij zou vragen: “Die A., wat is dat voor iemand?” (Een weinig realistisch scenario, daarom schrijf ik het in dit blog.) Dan zou ik zeggen: “Zij is een van de drie promovendi van Karel van het Reve, en daarom geniet ze een zeker aanzien in de kleine kring van absolute Karel van het Reve-bewonderaars.” Mijn gesprekspartner zou dan vragen hoe groot die kring is. Dan zou ik zeggen: “Een mannetje of vijf... zes?”

Want na de Verzameld Werken van Karel van het Reve en Willem Elsschot blijven de eerste en tweede langspeelplaat van het Simplisties Verbond ongetwijfeld de rijkste bron van citeerbaarbare Nederlandse zinnen.

Geen opmerkingen: