Ik lees al 26 jaar de NRC, en heb in mijn perceptie toch al gauw 26 interviews met of uitgebreide besprekingen van een boek van Roger Scruton gelezen. Dat er veel minder stukken op de pagina "Scruton, Roger" staan, is voor mij een bewijs dat NRC Boeken nog niet lekker draait.
Het mooiste vond ik deze keer een citaat over het belang van leraren in het overdragen van kennis:
Echte leraren brengen geen kennis over om hun leerlingen te begunstigen; ze onderwijzen hun leerlingen om de kennis te begunstigen.Nu zou je kunnen zeggen, alle gepraat over het belang van de leerlingen ten spijt, dat ons onderwijssysteem daar al op ingericht is: leerlingen slagen voor hun eindexamen als ze hun "leerdoelen" hebben gehaald. Daarmee wordt, uiterst moeizaam en in een verwaterde vorm natuurlijk, maar toch, een corpus van kennis instandgehouden. De nieuwe generatie valt niet terug in een staat van barbarij, zodat de westerse maatschappij nog even voort kan, krakend en met achterlating van een spoor aan onderdelen waarvan het belang niet meer wordt begrepen.
Dat is ongeveer de praktijk, maar we verkopen dit tegenwoordig allemaal als zijnde in het belang van de leerlingen. Scruton is daar niet in geïnteresseerd. Minder goede leerlingen mogen wel meedoen, maar je moet er niet te veel energie in gaan steken, want zij kunnen geen rol spelen in het begunstigen van de kennis. (Wat zou dat "begunstigen" in het Engels geweest zijn? Kunnen ze op die website niet meteen gebruikmaken van de geweldige mogelijkheden van de computer en het Internet en voor de geïnteresseerde de geluidsband er als referentiemateriaal aan hangen?). Mijn interpretatie? Welnee, hier, lees:
Een leraar moet de kinderen met het meeste talent eruit pikken en zich op hen richten, anders gaat kennis verloren. Als hij dat niet doet, is hij ongeschikt voor zijn vak. Natuurlijk moet hij zich ook bekommeren om die andere, gewone kinderen, maar het belangrijkste is de kennis. De leerlingen komen op de tweede plaats.Begrijp me goed, ik vind dit prima. Ik zou zelf als leraar redelijk aan Scrutons ideaalbeeld voldoen: het overdragen van kennis (welke kennis dan ook) stond in de korte tijd dat ik voor de klas heb gestaan voor mij centraal. Goede leerlingen luisterden graag naar me, terwijl minder goede geloof ik wel waardeerden hoe ontspannen ik reageerde op hun gebrek aan belangstelling: "Je hoeft niet te luisteren, maar doe liever wel of je luistert. Dan ben je anderen niet tot last en wie weet steek je er nog wat van op." Meestal waren ze stil (problemen had ik pas tijdens het "zelfstandig werken").
Ik kan me ook redelijk vinden in het onderwijzen van de dingen die Scruton belangrijk vindt. Wel is het zo dat ik (om maar eens iets te noemen) The Years of Lyndon Johnson elke dag van de week boven Plato verkies. Behalve over de grot en de ideale staat wil ik dus óók vertellen hoe een arme boerenzoon president van de Verenigde Staten kon worden. Daar zit geen letter theorie bij.
Dat zou Scruton toch wel goedvinden, hoop ik. Niemand heeft een consequente verzameling voorkeuren. Sterker nog, de denkers die voor Scruton (en voor mij) de beschaving vertegenwoordigen zijn het onderling over cruciale zaken oneens - terwijl er toch maar één gelijk kan hebben. We zouden eigenlijk moeten kiezen tussen Plato en Aristoteles, we zijn verdorie geen relativisten.
Nog sterker: Scruton is zo inconsequent als iemand maar zijn kan. Geen visserij, wel vossenjacht. Anders dan ik kan hij echter wel op al zijn voorkeuren een stempeltje met "Tradioneel!" drukken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten