vrijdag 14 november 2008

Het goede leven

Krijg ik al genoeg van de NaBloPoMo? Niet echt, maar het is niet makkelijk. Vandaag een drukke dag op kantoor - gelukkig misschien in tijden van crisis, maar als je 's avonds een blogstukje wil schrijven dat een beetje stáát, moet je daar 's ochtends vroeg, onder de douche, al aan beginnen en de rest van de dag scenario's bedenken en verwerpen. Wat het dan uiteindelijk wordt, hoeft nog helemaal niet duidelijk te zijn, maar het materiaal is er. Nu is dat er niet; eigenlijk zou ik de avond moeten besteden aan lezen en denken, zodat ik morgenochtend weer een begin van een idee zou hebben.

Herplaatsinkje? Herplaatsinkje, want u komt hier niet voor navelstaarderij. Komt-ie.

Een boek van David Cecil over Jane Austen dat ik ooit tweedehands kocht, begon met een beschrijving van de huizen en de huisraad waar de gentry in Austen's tijd van kon genieten. Laten we een passage die me bijgebleven is eens terugzoeken, er kwam servies in voor. Het boek heet A portrait of Jane Austen, ik heb het pas in de ramsj gezien bij Scheltema (sukkels met die nieuwe naam), maar natuurlijk wel in een verkeerde uitgave: je eigen uitgave is altijd de goede. Het servies is zeker Wedgwood? Jawel:

The same is true of their furnishings. A Chippendale chair is as comfortable to sit on, a Sheraton writing desk as convenient to write at, as are their modern counterparts. But, unlike these, they are also charming works of art, their fine simplicity of line enriched by an occasional touch of decorative carving or by a surface of subtly varied veneers. So is also the teacup of the time - grey-blue Wedgwood or rose and gold Worcester - both pretty to look at and easy to drink out of. Like the houses and the chairs, it does equal justice to the claims of the useful and the agreeable.
De boodschap is duidelijk: er kan maar één tijd de prettigste zijn. Onze tijd komt in aanmerking - nooit kon je zo gezond oud worden, nooit kon je met zoveel gemak zoveel interessante dingen te weten komen -, maar wordt verpest door lelijkheid en veel te veel mensen, die er bovendien behagen in scheppen andere mensen allerlei onnozelheid op te dringen. In kunst en beschaving legt onze tijd het af tegen de laatste decennia van de 18e en de eerste van de 19e eeuw, al was het leven voor de boeren hard als altijd, betekende een operatie een wisse dood en werd er aan de lopende band oorlog gevoerd.

Maar dat servies, dat is toch wel even een punt. Die kopjes, dat je daar echt zo makkelijk uit drinkt, dat vraagt eigenlijk om een weerlegging. Of in ieder geval om voorbeelden van koppen die nog makkelijker drinken. De kop waar ik nu uit drink bijvoorbeeld. Mijn vrouw heeft er tien of twaalf bij Albert Heijn gekocht, bij een van die acties, want ze houdt niet van half werk. HIP Amsterdam staat er onderop. Bone china. En dan ook nog: microwave and dishwasher safe. Hij drinkt geweldig. Als je thee koud wordt, zet je 'm 20 seconden in de magnetron. Ik vind dat een voordeel. En Wedgwood-koppen? Tegenwoordig ben je als de dood dat je ze laat vallen. In 1800 volgens mij ook al.

Geen opmerkingen: