zaterdag 30 mei 2009

Het goede leven

Beste moment van de week: zaterdagochtend 8.00 uur, Sportfondsenbad Amsterdam Oost, als dochter van 10 begint met inzwemmen (ze zit op zwemclub Het Y, bekend van de yell Hi Ha Hoelala, Y, Y, Y, H-E-T Y, het... Y! Als ik gisteravond de website had gecheckt had ik het volgende misschien wel, misschien niet zien aankomen) en ik een kop koffie verkeerd bestel, voorgenietend van een uur lezen en zwemmen kijken.

Maar vandaag was dat beste moment me niet gegund. Er waren meer slachtoffers, met name mijn dochter zelf, die niet had doorgekregen dat de training vandaag niet doorging, en onze Amerikaanse vriend John die bij ons te logeren is, en die aansluitend op de training zelf zijn baantjes zou gaan trekken. John is zwemkampioen van zijn staat Maine, in een seniorencategorie, maar toch. Maine is een staat van duursporters, Johns buurvrouw was lange tijd de eerste Olympische marathonkampioene Joan Benoit.

Toch had ik het het meest met mezelf te doen. Dat beste moment van de week missen is al niet leuk, maar die Amerikaanse logés waren hoe dan ook al een probleem, want hoe aardig ik ze ook vind, ik ben eraan gehecht in mijn eigen huis de dingen op mijn eigen manier te doen. Dan willen ze "iets terug doen", gaan ze afwassen, en dat doen ze op een andere manier dan ik. Ze doen het zelfs zo verkeerd, dat ik er niet eens tijd mee win. Dat soort dingen. (Het probleem is ook met deze vrienden het gebruik van niet heet genoeg water. Dan kun je net zo goed niet afwassen.)

Maar vanavond kreeg ik een goedmakertje. Ik mocht thuisblijven terwijl mijn vrouw met onze gasten en de kinderen uit eten ging. Voor mij boterhammen van Hartog met kaas en tomaat, glas wijn. En vooral: een boek erbij lezen. Een dat opengeslagen kan blijven liggen.

Natuurlijk dwalen de gedachten wel eens af. Ik denk dan al gauw aan een aantrekkelijke jonge vrouwen. (Ja, dat is natuurlijk niet eerlijk, mijn vrouw laat me een uur alleen en ik ga aan andere vrouwen denken. Maar ik vertel het zoals het is, in dit blog gaat de waarheid boven alles.) Normaal denk ik als ik aan aantrekkelijke jonge vrouwen denk meteen en vrijwel uitsluitend aan the obvious. Maar nu schoot een ander beeld voorbij: dat zo'n ajv tegenover me zit, ook met boterham en wijn, ook met een boek.

woensdag 6 mei 2009

Karel van het Reve op Schiermonnikoog

Een blessing in disguise was dat we op Schiermonnikoog geen internet hadden. Je blijkt zonder internet fijn te kunnen doorwerken, vooral als je iets te vertalen hebt, en voldoende woordenboeken op je laptop. Die laptop gaf mijn vrouw nog menig angstig moment, omdat ze haar twijfels had over het hang- en sluitwerk van ons appartement in het Aude Koloniehûs. maar ik deed haar opmerken dat de toestand op Schier beslist niet zo onhoudbaar was als die tijdens de gezagscrisis in het rijk van koning Roel met Gevoel, cf. Annie M.G. Schmidt:

Onderweg ving ze af en toe een glimp op van hollende neushoorns. Ze zag ook groepjes sluipende dieven, maar ze was te boos om ergens bang voor te zijn.
Mijn cursivering. Schiermonnikoog is een van de vriendelijkste plekken van Nederland, het zou me niets verbazen als er nog nooit een laptop gestolen is - een gegeven dat, indien waar, uiteraard geen garanties voor de toekomst biedt.

Vertalen dus. Het is mijn werk, en omdat geen hond nog Duits of Frans leest, mag ik voor het Verzameld Werk van Karel van het Reve citaten in die talen in Het geloof der kameraden vertalen. Wat in dat meesterwerk blijft opvallen is de onpolemische, ja verbaasde wijze waarop Van het Reve werkelijk niets heel laat van het communisme. Als hij aan Marx iets waardeert, is het diens onbekrompen intellectuele honger. In zijn bespreking van een vertaling van Marx' brieven vertelt Van het Reve hoe Marx zijn dochters vanuit Frankrijk laat weten hoe ze daar 'geistliche Musik' noemen ('musique spirituelle') - die vraag hadden ze zichzelf blijkbaar eens gesteld. Doordat hij zich voor dingen interesseert, is Marx verre verheven boven iemand als Lenin.

Maar in Marx' politieke, historische, economische theorieën ('stellingen' zou een beter woord zijn) kan VhR niets waars, interessants of nieuws vinden. Daarin staat hij alleen. Hij haalt wel met instemming mensen aan als Julien "Noem eens één redenering van Marx die volgens de dialectische logica tot stand is gekomen" Benda en Leopold "Marx heeft nooit enige theorie ondubbelzinnig geformuleerd" Schwarzschild. Maar wie kent Benda nog, en wie heeft ooit Schwarzschild gekend? En de kans is groot dat ook die wel eens ergens hebben gezegd dat Marx toch maar mooi het belang van de economische factoren heeft erkend, en anders wel iets anders ondoordachts.

Op Van het Reves begrafenis wees Rudy Kousbroek op de rol die VhR gespeeld had in het verdwijnen van het communistische gedachtegoed. Ik ben bang dat die rol zeer, zeer beperkt is geweest. Een passage die me bij herlezing van Het geloof der kameraden trof:
Het is voor de auteur een vreemde gedachte dat naarmate dit boek vorderde, het aantal aanhangers van de in zijn boek beschreven leer gestaag afnam – een geval van harmonia praestabilita als men wil – maar daar staat tegenover, dat er natuurlijk in de Sovjet-Unie en ver daarbuiten nog zeer veel mensen zijn van wie gezegd kan worden dat zij oprecht in de juistheid van deze leer geloven. Het zijn speciaal die gelovigen, die de auteur van dit boek interesseren, waarbij men in het oog moet houden, dat het vaak de beste mensen zijn die het langst, het diepst en het trouwst geloven.
Zou een zorgvuldige lezer en filosofieliefhebber als Kousbroek over die harmonia praestabilita heen gelezen hebben? Het is niet uit bescheidenheid dat Van het Reve slechts een tijdsverband, en geen oorzakelijk verband ziet tussen het verdwijnen en het in geschrifte bestrijden van de leer. Het geloof der kameraden is een perfecte en complete weerlegging van het het communistische gedachtegoed. Nu ziet geen mens daar meer iets in. Maar dat betekent helaas in het geheel niet dat iedereen de argumenten die Van het Reve aanvoert kent en begrijpt. Die massale geloofsafval is een apart proces geweest.

Ook vind ik in dit citaat de welwillendheid tegenover de aanhangers van de leer treffend. Bij Van het Reve zal je nergens lezen dat gelovigen (in een God of in een politiek gedachtegoed) niet deugen. Ja, als ze tevens moordenaar zijn, dan. Maar tegen gewone communisten of christenen heeft Van het Reve niets. Hij verbaast zich slechts over het feit zij de bizarre kanten van hun geloof niet zien. De gelovigen interesseren hem.

(Wie niet kan wachten tot deel 3 uit is: het hele Geloof is hier online te lezen. Legal as seasalt!)