woensdag 12 september 2012

Kansrekening

Een van de leukste kansrekeningsproblemen die ik ooit heb gezien is dit.

De winnaar van een quiz (denk Berend Boudewijn, Willem Ruys, Mies Bouwman, misschien zijn er nog veel betere, latere voorbeelden, maar godzijdank heb ik al in geen twintig jaar meer televisie gekeken) mag zijn geluk beproeven en een kluisje proberen te openen.

Negen van de tien zitten op slot, één niet, maar er is geen mogelijkheid om te zien welk kluisje niet op slot zit en naar de grote prijs leidt.  Hij loopt op een van de kluisjes af, gaat met zijn hand naar de knop om het te openen.

 "Wacht!" roept de quizmaster. "Ik help u. Dít kluisje..." (loopt naar een van de kluisjes toe, rukt aan de knop, kluisje gaat niet open) "... zit op slot! Wilt u misschien nog een andere keuze maken?"

"Nou," zegt de man, die op de middelbare school goed zijn kansrekening heeft geleerd en dus bijvoorbeeld ook nooit aan een loterij mee zou doen, "de kans was net 1 op 10, die is nu 1 op 9. Ik zou kunnen wisselen, maar het zou niets uitmaken. Ik hou het gewoon op dit kluisje."

Maar het maakt wél uit. Wisselen verhoogt zijn kans. Er zijn verschillende manieren om dat aan te tonen, maar de kortste is de intuïtieve: stel dat de quizmaster van nóg een paar kluisjes de status verraadde. Sterker nog, hij wijst maar liefst acht kluisjes aan die dicht zijn! U koos kluisje 1, quizmaster wijst erop dat kluisjes 2 t/m 6 en 8 t/m 10 dicht zijn. Blijft u bij kluisje 1 of kiest u bij nader inzien kluisje 7? Ja, dat doet u, en terecht.

Even laten bezinken dit prachtige probleem.

Nu de verkiezingen. De uitgangspeiling geeft aan dat de PvdA 40 zetels haalt, de VVD 41. Ik heb PvdA gestemd. Maar mij is niets gevraagd. Geen uitgangspeiler gezien bij het Koffiehuis van de Hollandse Lloyd waar ik mijn stem uitbracht. Dat betekent, volgens mij, dat de PvdA 41 zetels haalt en de VVD 40. We zullen het zo zien!

vrijdag 1 juni 2012

Koningen

Wie zegt er dat de televisie en internet de goede tafelconversatie gedood hebben? Wat een bron van gespreksstof, zoals ook weer uit dit stukje moge blijken.

Mijn zoon van negen komt terug op de dodenherdenking. Of je ook als het geen 4 mei is doden mag herdenken. “Ja hoor, absoluut, ik ben daar voor!” “Maar ook doden van na de Tweede Wereldoorlog?” “Ja, dat is tegenwoordig zelfs ook de bedoeling.” “Dus ook... zangers?”

Verdomd, ben ik er weer ingeluisd, u weet het misschien nog niet, ik wel: “Want ik wil the King of Pop herdenken... Michael... JACKSON!”

Terwijl zoon grijnzend zijn ogen sluit om zijn overwinning te consumeren, proberen de meiden (13 en 11) die te bagatelliseren. De King of Pop, dat weten we nou wel. Want wat is het met Aspergerventjes, wel veel praten, maar maar heel langzaam overschakelen op nieuwe onderwerpen om het zacht uit te drukken. “Weet jij wel wie de King of Rock ’n Roll is?”

Maar als een Aspergerventje in vorm is, doet hij meer dan zijn feiten herhalen, hij kan wel degelijk combineren en deduceren. “Eh, Elvis Presley?” Ja, die bedoelden ze, ze kunnen ook zo gauw geen andere bedenken.

Maar dan ik: “Maar wie van jullie weet wie de Kings of Disco zijn?” Nee, dat weten ze niet. En OK, er zijn er meer die op die titel aanspraak kunnen maken, maar de Village People mogen ze best kennen. Algemene ontwikkeling en vroeg of laat kun je ze nog eens playbacken, instant succes. Laptop erbij. We kijken de “originele versie”.

Ik geneer me, niet alleen voor mijn slechte smaak, maar omdat ik voor het eerst zie wat ik later wel gehoord had, maar altijd als iets van die oversexte Amerikanen had beschouwd, namelijk dat de heren in woord en gedrag homoseksualiteit zouden verheerlijken. Nondeju, wat blijkt dat er dik bovenop te liggen. Maar dan toch alleen voor mij, hoop ik? O nee: ik zie mijn dochters blozen. Zien meisjes meer? Of leren ze deze dingen tegenwoordig op school?

zaterdag 7 januari 2012

Tofik Dibi en de verontwaardiging

Het is vast al vaker gezegd, maar een heel goede reden, een heel, heel, heel goede reden, een uitstekende reden, een reden die zo vanzelfsprekend is dat ik hem eigenlijk niet hoef uit te spreken, maar ja, je bent een blogger of je bent het niet, de aller-allerbeste reden om niet op GroenLinks te stemmen is Tofik Dibi.

Dat evangelische snoetje. Die ongelooflijk gratuite standpunten. En terwijl andere linkse politici steeds maar weer spelen dat ze verschrikkelijk verontwaardigd zijn (rechtse ook, maar weer net even anders), wat al genoeg reden is om nooit naar de Nederlandse televisie te kijken uit angst dat er zo’n figuur voorbijkomt, lijkt Dibi het ook nog eens te ménen, die verontwaardiging. Hoe dom kan je worden?

(Ik mag van mijn vriendin en van mijn moeder niet zeggen dat sommige mensen dom zijn. Ik tart hen bewust. Mijn vriendin weet waarschijnlijk niet wie dat is, Tofik Dibi. Ik zal het haar op verzoek uitleggen. Mijn moeder zal het wel weten en het mij voor een keer niet kwalijk nemen.)

En inderdaad, het zit me dwars dat hij, blijkens de NRC van gisteren, van Femke Halsema het meesterwerk Persepolis cadeau heeft gekregen. Femke was ook al zo’n verontwaardiging-speelster en schijnt af en toe via Twitter nog oprispingen te hebben, maar ik weet beter, want heb met haar op school en op hockey gezeten, toen ze nog een gewoon collegesjaalmeisje was. Ze deugt, of in ieder geval: je weet wat je aan haar hebt.

Maar dan wel zo'n Dibi Persepolis voor z’n verjaardag geven - een van mijn lievelingsboeken, dus daar moeten andere mensen voorzichtig mee omgaan. Dibi in de wolken. Wat een boek, ook al, zegt Dibi zelf, omdat hij alleen maar strips leest. Vervolgens allemaal gelul over de Arabische lente etc., weer te gênant voor woorden - ik hoop dat ik mijn lezers niet hoef uit te leggen dat je niet overal politiek van moet maken.

Maar wat is het Dibi: je leest alleen strips (lekker goedkoop trouwens om daar een punt van te maken), maar had nog nooit van Marjane Satrapi gehoord? Of kende je Satrapi stiekem wel, maar wil je iedereen laten weten dat je zo close met Femke bent dat je van haar perfecte cadeaus krijgt?

Begrijp je hoe fout je zit? Nee waarschijnlijk, als je dit zou lezen zou je het glimlachend van je af laten glijden. Of verontwaardigd.

vrijdag 6 januari 2012

Vegetarisch (4)

Lang geleden, Rusland heette nog de Sovjet-Unie - als u begrijpt wat ik bedoel, ik weet best dat het ingewikkelder is -, las ik eens in een boekenbijlage van een krant een recensie van een boek over de Sovjet-Unie waarin de auteur o.a. vertelde dat hij bij Russen thuis was geweest die alles wat in het Westen over de Sovjet-Unie werd gezegd als propaganda afdeden.

Alles, ook dat ze er minder makkelijk aan lekker eten zouden kunnen komen dan in het Westen.

Terwijl, vertelde die auteur (Hedrick Smith?), hij bij die mensen thuis in olie gebakken sneetjes oud brood te eten had gekregen met niets erbij. Ik weet niet meer of hij hun nu wel of niet had gezegd dat het in het Westen eigenlijk altijd wel lukte om je gasten iets meer voor te zetten dan dat.

Ik heb uit dat verhaal de wijze les getrokken dat je altijd nog oud brood in olie kunt bakken als je eens niets in huis hebt. Sterker nog: als ik eens niets in huis heb, zoals deze avond, ben ik blij dat ik dat kan gaan doen, want ik vind het echt heel erg lekker. Sinds ik het voor het eerst geprobeerd heb, denk ik toch dat het ook weer niet zó slecht was in Rusland/de Sovjet-Unie. Goed, je moest, om Het klein orkest te citeren, wel ‘voorzichtig met je mening omgaan’, maar in olie gebakken brood is een traktatie.

Je hoeft maar op twee dingen te letten:

  • Het moet volkorenbrood zijn. Met die voorwaarde heb ik thuis geen moeite, ik koop nooit anders. Je mag hopen dat dat bij die arme Russen ook goed ging. Je had in die tijd in Rusland twee soorten brood: de kirpitsj, een bruin brood met veel rogge, dus volkoren (je schijnt van rogge geen niet-volkorenbrood te kunnen maken), en dus heel gezond en bovendien bijzonder lekker - en de baton, een witbrood dat niet alleen, net als alle witbrood waar ook ter wereld, nergens goed voor was, maar ook vaak een rubberachtige consistentie had, al zou die misschien bij het bakken verdwijnen.
  • Er moet wat zout over. D.w.z. het hoeft niet, in brood zit al zout (al kon je daar in Rusland niet de boerderij op wedden), maar wat extra korrels maken het echt een feest.

Misschien zegt u nu: ja, als je met zó weinig blij bent, is het niet moeilijk vegetariër te zijn. Ik daarentegen, ik ben een levensgenieter. Brood in olie bakken OK, maar dan ten minste het met knoflook inwrijven en het vooral bíj iets eten. Niet puur en alleen.

Maar ik ben ook een levensgenieter. Goed, soms een beetje balorig of allenig, maar verder, ja, geniet ik van die kleine dingen. Zo moeilijk is het ook weer niet. Laat u niet gek maken door wat u in de krant of op internet leest, van links of rechts.

woensdag 28 december 2011

Vegetarisch (3)

Een vriendin van mijn vriendin, wier naam ik niet mag noemen, heeft omgang met een echte filmster, wiens naam ik al helemaal niet mag noemen, helaas.

(Maar ze kent daardoor mooi wel Dustin Hoffman persoonlijk, zodat ik maar één introductie verwijderd ben van mijn lievelingsacteur. Och, dat loopje in Midnight Cowboy. Dat rennen in The Graduate. Dat nog meer rennen in Marathon Man, waarom niet. ‘Have you tried acting?’ zou Sir Lawrence (of was het Sir John?) hem gevraagd hebben toen hij zich afvroeg hoe hij die rol geloofwaardig kon neerzetten. En dan heb ik het nog niet over Rain Man. Maar genoeg opgeschept, al was het maar om die vriendin van mijn vriendin recht te doen, want die is verder heel gewoon gebleven.)

Die vriendin dus, die net als mijn vriendin trouw vegetariër is, is de uitvinder van de McDonalds groentenburger met kerrysaus. Kijk, iedereen kan bij de McDonalds een groentenburger bestellen en in een gekke opwelling kerrysaus erbij vragen. Maar D... eh, die vriendin van mijn vriendin, díe heeft bedacht dat je de groentenburger terwijl het doosje nog dicht is moet omkeren, dan pas het doosje open moet maken, de onderste helft van het broodje (nu de bovenste natuurlijk) op moet tillen, dán de kerrysaus erover moet doen, boven/onderkant van het broodje er weer op, doosje sluiten, omkeren, openen, en opeten maar.

Maar gaan we dan naar de McDonalds, als vegetariër? Werken we mee aan het kappen van het tropisch regenwoud voor nog meer methaan uitstotende koeienplantages? Laten we ons de dagelijkse vernederingen daar welgevallen? (‘Groentenburgers? Nee, hier niet, misschien bij de hele grote vestigingen.’ of, bij de drivethru van zo’n grote vestiging: ‘Zoals u waarschijnlijk al verwachtte, moeten we die nog maken. Neem parkeerplaats 2 maar.’)

Ja, dat doen we allemaal, want andere mensen eten nu eenmaal vlees en we vinden het verder een prachtig concept, McDonalds, vriendelijkheid en snel lekker warm eten.

Mijn vriendin gaat zelfs nog verder in haar tolerantie. Als er gasten komen, komt er vlees op tafel, speciaal voor die gasten, want als wij bij andere mensen gaan eten, maken zij ook speciaal iets zonder vlees voor ons. Het is duidelijk dat alle zendingsdrang haar vreemd is.

Wat een schril contrast met de ‘meest sexy vegetariër’, de voetballer Evgeniy Levchenko. In de presentatie van Wakker Dier zegt hij nog dat hij alleen maar naar de McDonalds gaat voor de gratis WiFi. Op Nu.nl geeft hij een andere reden op: ‘Ik gebruik McDonald's alleen voor het gratis toilet. Mijn shit kunnen ze krijgen.’

Hij lijkt me niet alleen aanzienlijk minder tolerant dan mijn vriendin (en ook minder tolerant dan haar vriendin, die de groentenburger met kerrysaus uitvond), maar ook nog eens uiterst onbeschaafd. Geen wonder, denk ik dan, dat de aantrekkelijke maar gevoelige Victoria Koblenko het met hem uit heeft gemaakt. Vrouw naar mijn hart. Maar ik ben al voorzien!

donderdag 24 november 2011

Vegetarisch (2)

Ben ik de enige die dat heeft? Ik word namelijk helemaal week van het Thanksgiving-menu van president Obama en de reacties erop op mijn favoriete politieke blog. Terwijl ik nooit een Thanksgiving heb meegemaakt, en weinig op heb met traditionele gezelligheid. Brr, Sinterklaas, nog los van het racisme (geen racisme? Gedachtenexperiment: ga eens Zwarte Piet spelen voor president Obama en zijn gezin. Hoe voelt dat?). Maar ik zou zo Amerikaan willen zijn, en één keer per jaar willen zondigen.

zondag 13 november 2011

Vegetarisch (1)

Wanneer heb ik voor het laatst vlees gegeten? Dat weet ik toevallig: toen ik herstelde van een longontsteking had ik me voorgenomen te eten ‘wat mijn instinct mij ingaf’. Even dierlijk doen, tot ik beter zou zijn, en ik verbeeldde me dat ik beter zou worden van vlees eten. Ik heb toen met redelijk veel smaak een paar plakken parmaham gegeten, die ik bij een traiteur bij ons om de hoek had gekocht. Ik heb me ervan weerhouden me bij die traiteur te rechtvaardigen: ‘eigenlijk eet ik geen vlees, maar ik ben herstellende van een longontsteking etc., dus geef me maar...’. Je hoeft je niet te rechtvaardigen voor iets dat bijna iedereen doet. Toch zit het me nog steeds een beetje dwars dat iemand van de mensen daar mij voor een vleeseter zou kunnen houden. Het is een van de redenen dat ik er sindsdien nog maar twee of drie keer geweest ben (de andere is dat ik er te gierig voor ben). Dit was in september 2007.

vrijdag 8 juli 2011

De stekende kapper

Als het waar is wat ze op Internet zeggen, en ik hoef hopelijk niet te betogen dat dat niet altijd het geval is, maar er zijn in dit geval wel erg goede redenen om aan te nemen dat het wel waar is, dan is mijn kapper de in Amsterdam bekende ‘stekende kapper’, die tien jaar geleden een klant met een schaar doodstak, en er later nog eens een verwondde. Dit weet ik pas sinds kort voor mijn laatste bezoek, ik zocht even zijn telefoonnummer voor een afspraak.

Verandert dit nu mijn waardering voor mijn kapper? Het gekke is: helemaal niet. Het valt allemaal keurig in elkaar. Het is een vreemde wereld, de wereld van de ethnische kapsalons die niet te beroerd zijn ook Europees hair te knippen voor dezelfde vaste lage prijzen als voor black hair.

Black hair, dat is ongeveer dit. Je komt binnen, ziet acht ongelooflijk strak geknipte knullen op de bank hangen, denkt ‘die wachten nog op hun maatje, dat als laatste aan de beurt is’, maar dan blijkt dat hun maatje juist als eerste aan de beurt was. En dat ook die andere acht nóg strakker geknipt kunnen worden. En: ‘Wil je contour?’ - de eerste vraag die de kapper stelde toen je voor het eerst bij hem plaats nam. Je weet niet wat contour is dus je zegt ‘Zou u dat aanraden?’ ‘Ga je elke week komen?’ vraagt de kapper. ‘Elke... week? Nnee, ik dacht, misschien...’ ‘Dan geen contour.’

Dat er af en toe een ruziemaker binnenkomt, zo een die dus het risico loopt door de kapper met zijn schaar te worden neergestoken, maakt de sfeer eigenlijk niet slechter. Het lijkt allemaal een spel, ik denk niet dat zo’n figuur mijn laptoptas gaat meenemen, terwijl ik er niet bij kan omdat ik geknipt word. (Goed, de mogelijkheid dat die tas wordt meegenomen komt wel in me op.) Op dat moment hoor ik bij de familie, wie aan mijn laptoptas komt, komt aan de stekende kapper.

Ja, ik voel me geloof ik zelfs veiliger nu ik zijn geschiedenis ken.

Maar hoor ik bij de familie, maak ik er niet te veel van?

Af en toe raken de kapper en zijn personeel in discussies gewikkeld, en dan schakelen ze al snel over op Sranantongo, weer terugschakelend naar het Nederlands als daar een betere uitdrukking in voorhanden is - ‘Ik wil de bal zien rollen!’ - wie de kans heeft zijn kinderen tweetalig op te voeden, doe het alsjeblieft. Het gaat niet altijd over voetbal. Dan verontschuldigt de kapper zich plotseling voor het feit dat ze geen Nederlands spreken, er enigszins nerveus aan toevoegend ‘Of versta je Surinaams?’ Na mijn verzekering dat ik daar geen woord van versta zegt de kapper dan dat het een beetje schuine dingen waren, die ze bespraken.

Een feit is dat de stekende kapper dol is op mijn zoontje. Hij knipt hem niet te kort, want hij weet dat hij dan van zijn moeder pas over maanden weer mag komen. Mijn zoontje en de kapper voeren schitterende gesprekken. Mijn zoontje vertelt over zijn nieuwste producties op Moviestar Planet, de kapper over de samenhang tussen de toenemende onvriendelijkheid tussen de mensen en het verlies aan vertrouwen in God. Terwijl die van ons houdt, en alles voor ons doet. ‘Hij is zo machtig, daar hebben wij geen weet van! Mighty.’ ‘Weet je wat ik voor Sinterklaas ga vragen?’, vraagt mijn zoontje. (Dit speelt wel degelijk in juni.) ‘EEN VIP-ABONNEMENT!!!’ Bij ons vertrek zal mijn zoontje van alle aanwezigen een boks krijgen.

Ook ik word hartelijk behandeld, maar er moeten altijd een paar strenge woorden bij komen. ‘Heb je het al goedgemaakt met mams?’ ‘Het gaat prima hoor, maar we zijn nu wel al anderhalf jaar gescheiden.’ ‘Al een nieuwe vrouw?’ ‘Ja, eh...’ ‘Nederlandse?’ ‘Nee, Zw...’ ‘Surinaamse?’ ‘Zou u dat aanraden?’ ‘Jawel, maar als je nu al een mooie vrouw hebt... In de kerk, in Amstelveen, daar komen de mooiste. Die willen geen Surinaamse mannen meer hoor, dat begrijp ik wel. Die trots van ons hè, en die driften. Daar moeten ze niks van hebben. Toch jammer hoor, van je vrouw.’ (Hij knikt naar mijn zoontje.) ‘Je had haar een brief moeten schrijven. Alles uitleggen. Bij mij werkt dat altijd. Maar schrijven hè. En in God vertrouwen.’

zondag 26 juni 2011

Interviews met Karel van het Reve

U mag alles over mij schrijven, de bundel met interviews met Karel van het Reve, valt een klein beetje tegen. ‘De lezer ontmoette niemand anders dan de schrijver die hij van zijn werk kon kennen,’ schrijft Ton van Brussel in zijn voorwoord, en dat is eigenlijk al een geduchte waarschuwing. Van het Reve vertelt meestal wat hij al geschreven heeft. Dat was voor mij geen verrassing, want ik had al ongeveer de helft van de interviews in deze bundel gelezen, en niet de minste; van vier van de grootste heb ik zelfs al jaren knipsels die ik af en toe herlees - want erg leuk zijn ze wél.

Erg blij was ik ook met de opname van het mislukte interview waarvan Theodor Holman in zijn Zjizn nenoezjnogo tsjeloveka het ontstaan beschrijft. Waarschijnlijk hebben veel meer interviewers de verkeerde vragen aan Van het Reve gesteld - vragen waarop hij geen antwoord min of meer klaar had, vragen die hij niet begreep, suggestieve vragen, of vragen die hij dom vond. Maar anders dan Holman durfden zij de antwoorden op die verkeerde vragen niet getrouw op te schrijven. Door dat wel te doen geeft Holman toch weer wat meer inzicht in Van het Reves denken.

Maar het is jammer dat er niet meer van dat soort ‘naïeve’ interviews in de bundel zijn opgenomen, terwijl die er toch moeten zijn geweest. Misschien bijvoorbeeld het interview dat hij eens in een Achteraf beschreef, aan een jongen van het filmblad Skoop (zie ‘Dezer dagen is een jongen mij komen interviewen’ in deel 6 van het Verzameld Werk). Of een interview dat ik ooit in het THT Nieuws las, het blad van de Technische Hogeschool Twente (nu Universiteit Twente), waarschijnlijk ten tijde van de toespraak over Popper te Enschede (zie VW deel 5). Van dat interview herinner ik me dat het over Sherlock Holmes ging, en dat Van het Reve uitlegde dat de enige reden waarom hij geen bèta-vak had gestudeerd, was dat hij daar te dom voor was. (Dat is natuurlijk flauwekul, maar het is inderdaad moeilijk je hem als natuurwetenschapper voor te stellen; maar, en dat maakt U mag alles over mij schrijven ook wel weer duidelijk: als professor in de geesteswetenschappen was hij ook een zonderling.)

Je kunt het mechanisme van het stellen van verkeerde vragen, waarna de interviewer de situatie dan maar weer redt door een vast nummer ter sprake te brengen (de ongelooflijke slechtheid van opperwezen, Freud, Van het Reves tijd in Moskou), mooi volgen in het in 1986 live uitgezonden marathoninterview met Martin van Amerongen. Dit is waarschijnlijk de enige volledige en ongeredigeerde registratie van een substantieel gesprek (vijf uur) met Van het Reve. Afluisteren duurt dan ook vijf uur, meer tijd dan je nodig hebt voor de hele U mag alles over mij schrijven. En goed bestuderen is lastig omdat het allemaal gesproken is. Net, denk ik dan, als het ononderbroken gesprek dat Van het Reve ooit in de trein van Amsterdam naar Groningen tussen twee mannen zei te hebben gehoord en dat hij graag op papier zou willen zien. Ik heb dan ook alweer een tijd geleden aan de redactie van het Verzameld Werk aangeboden dit marathoninterview volledig en getrouw te transcriberen. Dat aanbod staat nog.

maandag 13 juni 2011

Classificaties

Begin je in Google
Borges animals
in te typen, dan vult Google keurig aan:
Borges animals belonging to the emperor
Je bent dus niet de eerste die op zoek blijkt naar die schitterende, naar Borges’ zeggen Chinese, indeling van het dierenrijk die we in Nederland door Rudy Kousbroek hebben leren kennen, en die er bij hem (in De aaibaarheidsfactor) als volgt uitziet:
  • Dieren toebehorend aan de keizer
  • Gebalsemde dieren
  • Speenvarkens
  • Zeemeerminnen
  • Mythische dieren
  • Loslopende honden
  • Dieren die als gekken tekeer gaan
  • Dieren die niet geteld kunnen worden
  • Dieren getekend met een fijn penseel van kameelhaar
  • Dieren die zojuist de kruik gebroken hebben
  • Dieren die uit de verte gezien op vliegen lijken
Het Wikipedia-artikel Celestial Emporium of Benevolent Knowledge's Taxonomy geeft wel enig inzicht in de vraag of deze lijst werkelijk uit een Chinese encyclopedie stamt: waarschijnlijk niet, maar het lijkt me dat meer onderzoek gerechtvaardigd is. Je zult toch wel met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kunnen aantonen dat Franz Kuhn géén hele encyclopedie heeft vertaald?

Nieuw, hoewel helaas niet verrassend, was voor mij dat deze lijst blijkbaar door veel academici als authentiek wordt gezien. Ik kan uit eigen ervaring bevestigen dat een hoogleraar staatsrecht (ik noem geen naam, ook al omdat ik die vergeten ben) in een college de Kousbroekversie citeerde zonder Kousbroek of Borges te noemen, maar wel die ‘Chinese encyclopedie’. Ik hoop dat hij wilde doen of hij de lijst zelf ontdekt had en daarom Kousbroek niet noemde, wat heel erg is, maar toch nog iets minder erg dan napraten dat dit in een Chinese encyclopedie staat zonder dat je desgevraagd zou kunnen zeggen welke.

Even schrikken, maar eigenlijk ook niet onverwacht, was verder dat deze classificatie enkele jaren voor verschijning van Kousbroeks essay in Frankrijk werd besproken. De onvermijdelijke Michel Foucault besteedde er aandacht aan. De afwijkingen van Kousbroeks versie ten opzichte van de Spaanse (tel alleen al de elementen) kunnen erop wijzen dat er een Fransman tussen gezeten heeft. Toch een beetje jammer.

Dit naar aanleiding van de nieuwe klanten-binden-via-de-kinderenactie van Albert Heijn, de Superdieren. Laat u verrassen door de indeling van de dierenwereld volgens de mensenvrienden. De kinderen namen vandaag hun album mee, ze hebben met mama al negentig plaatjes verzameld. Net nu ik voor de hele week boodschappen bij de C1000 had gedaan.

zondag 12 juni 2011

The Browning Version

Eerst een bericht van mijn moeder, niet speciaal bedoeld voor u, lezer, maar ik vind het het citeren waard:
Jammer dat je nooit naar de radio luistert. Mij sprongen de tranen van ontroering vanmorgen in de ogen toen Pieter Steinz in de Tros nieuwsshow sprak over deel zes van Karel van het Reve. En hij citeerde ook zelf ontroerd onze Karel en hij vond het ook zo ongelofelijk terecht dat het verzamelde werk uitkwam! Leuk hoor.
Zo hoort u het eens van een ander, twéé anderen. Koop deel 6. Koop ook delen 1 t/m 5, als u ze nog niet heeft, u heeft als het goed is uw vakantiegeld ontvangen, en anders begint u met een deel naar keuze à 45 euro en bouwt u het langzaam op. Zo arm kunt u verdomme niet zijn.

Maar in één ding heeft mijn moeder niet helemaal gelijk. Ik luister wel naar de radio, alleen niet naar de Nederlandse, want waarom zou je, als je Engels verstaat. Sinds BBC World Service moeilijk doet in mijn auto heb ik op 198 kHz BBC 4 gevonden, een geluk bij een ongeluk, want op BBC 4 worden geen concessies gedaan aan de waan van de dag, er zijn geen vermoeiende aankondigingen van nieuwe programma’s die als het puntje bij paaltje komt weinig om de hakken hebben, en je kunt bijvoorbeeld zomaar in een 75-delige reeks over de Amerikaanse geschiedenis vallen. Dan hoor je beslist dingen die je nog niet wist.

Zo had ik ook nog nooit van de toneelschrijver Terrence Rattigan of diens stuk The Browning Version gehoord. Ik heb er gisteren een reis lang ademloos naar zitten luisteren, en u kunt dat hier doen tot het volgende stuk van de week wordt uitgezonden. Het kost u een uur en twaalf minuten van uw leven als u meteen naar 00:02:45 doorschuift, en nog een kwartier langer als u de toelichtingen achteraf afluistert. Ik denk dat die heel goed besteed zijn.

dinsdag 15 maart 2011

Noam Chomsky

Eigenlijk moet ik hem gewoon opzeggen, de nrc next. Ik wilde een ochtendkrant, maar ik ben te oud en, het klinkt hard, te wijs voor nrc next. Maar ik voel me verplicht het uit te leggen, voor de jongere lezers. Die weten niet dat je moet uitkijken naar vluchtwegen als iemand de naam Noam Chomsky laat vallen, of het nu over taal gaat of over politiek. De redacteuren van nrc next wisten dat ook niet. Ik vermoed zelfs dat ze tot voor het afgelopen weekend zijn naam nog nooit gehoord hadden, en dachten dat ze een bijzonder, nieuw geluid hoorden toen hij afgelopen zaterdag een lezing in Amsterdam hield. Snel googelen, moeten ze hebben gedacht, en verdomd, de ene wijze uitspraak na de andere! Meteen presenteerden ze hem op de voorpagina als ‘politiek denker’. Bij de korte vertaling van die lezing reproduceerden ze in de (in die vreemde krant onvermijdelijke) ‘bullets’ braaf de vaste pitch van de Chomsky-bewonderaars. Net als het stuk van Chomsky zelf zijn die bullets voer voor eenieder die graag onzuivere argumenten ontrafelt, buitenissige claims natrekt of valse verdachtmakingen weerlegt. Maar dat kost wel tijd. Ik zou een dag of twee nodig hebben, want ik doe het graag zorgvuldig en wil mijn verslag leesbaar houden. Zoveel tijd heb ik niet. Maar, beste Nurks-lezer*, samen is dit misschien ook veel leuker? U moet dan wel even de nrc next erbij pakken. Maar misschien leest u die helemaal niet. Ik ben bang dat ik u dan gelijk moet geven.

*Dit stukje was bedoeld voor het online tijdschrift Nurks met zijn vaste club reageerders, maar ik wilde het de lezers die de voorkeur blijven geven aan BTBETW niet onthouden.

woensdag 16 februari 2011

Nichtje

Sommige commentatoren maken zich er vrolijk over dat Berlusconi zich had laten wijsmaken dat Ruby het nichtje van zijn vriend Hosni Mubarak was. Maar zo gek is dat niet. Het maakt misschien een rare indruk dat iemand die zo veel bereikt heeft in het leven zo naïef is, maar dat is gelul achteraf.

Allereerst zei iemand het tegen hem. Een naaste medewerker, mogen we aannemen. Die was dan zelf verkeerd voorgelicht, maar de minister-president is niet gewend dat naaste medewerkers hem macaroni aan zijn oren breien.

En toen hij die melding had gekregen viel alles perfect op zijn plaats. Dat hij dat niet meteen had bedacht toen hij met haar zat te babbelen. Ga maar na. (1) Ruby en Mubarak komen allebei uit Afrika. (2) Het is algemeen bekend dat ze daar grote families hebben, met neefjes en nichtjes in alle smaken. (3) Dat Ruby een andere achternaam heeft dan Hosni, pleit juist vóór de conclusie dat ze een nichtje is. Want neven en nichten hebben vaker niet dan wel dezelfde achternaam als de oom. (4) Mubarak is machtig, Ruby is mooi. Zeldzame mensen moeten wel iets met elkaar te maken hebben. Wat wel bewezen wordt door de clincher: (5) Berlusconi kent ze allebei.

Bij zoveel verbanden staat het verstand even stil. Ik begrijp heel goed dat hij meteen dat telefoontje pleegde om haar uit haar kerker te bevrijden.


PS. Niet een nichtje, een kleindochter. Maar dat kan net zo goed. Beter misschien nog zelfs. (6) Dat leeftijdsverschil alleen al!

maandag 31 januari 2011

Een dame uit Suriname

- ‘Dat is mijn zaak... Slet?’
- Slet. Neutraal en grappig.
- Neutraal omdat het geen echte belediging meer is, tegenwoordig. En grappig... Omdat het toch nog helemaal over the top is?
- Mits correct gebruikt. Medewerkster A. zegt tegen medewerkster B. dat freelancer C. een klus geweigerd heeft omdat die morgen al af moet, terwijl er normaliter een week voor zou staan. B. zegt routinematig: ‘De slet.’
- Terwijl ze beiden niets weten over C.’s liefdesleven.
- Of zelfs vermoeden dat C’s liefdesleven helemaal niet spectaculair is.
- Dat is leuk. Dus je dacht?
- Even recapituleren. Ik dacht, dácht he, ik dacht: ‘Dat is mijn zaak, slet.’ Want die juffrouw van de kassa zei dat vijf stuks serviesgoed een vreemd aantal was. Maar daar heeft ze niets mee te maken. Die toevoeging van ‘slet’ gaf mij een binnenpretje. Dat kon ik gebruiken.
- Vijf is een heel raar aantal, dat vind je zelf toch ook?
- Natuurlijk. Idioot. Maar ik heb één vriendin en drie kinderen. Die borden en bordjes en kommen kostten gemiddeld 5 euro per stuk. 4 items maal 5 maal 5. Óf maal 6. Ik vind dat het verschil maakt of je 100 of 120 euro uitgeeft. That’s me. Had ik vijf kinderen gehad...
- Wat niet is kan nog komen!
- ...
- Nee, daar willen we niet aan denken. Dan had je meteen aan twaalf gezeten. Een tussenweg is er niet.
- Waar het om gaat is dat ze er goed afkwam.
- Met in jouw gedachten slet genoemd te worden kwam ze er goed af?
- Zeker omdat het zo’n neutraal en grappig woord is, tegenwoordig dan. En ik was niet racistisch.
- Want ze was ook nog eens zwart?
- Hoe bedoel je ‘ook nog eens’?
- Eh... behalve dat ze een s*** was. Nee nee, ik snap het. Ze was waarschijnlijk beslist géén slet, maar absoluut zeker te weten wél zwart.
- Ja, en daar mag je natuurlijk geen grappen over maken.
- Welke grap had je in gedachten gehad?
- Ja, dat is ingewikkeld, maar er gaat wat door je heen hè, in je gedachten dan. Cherry.
- Cherry.
- Want ik kan die 120 euro óók betalen, als het moet. Maar ik wil dat juist niet. En ik denk dat ik vooral daarom ook meer te besteden heb dan veel Surinamers, omdat ik me keurig inhoud. Rationele afwegingen maak. Vijf koop als de sociale conventie om zes vraagt, maar ik wens zelf te bepalen aan welke sociale conventies ik me houd en aan welke niet. Ik verdien misschien maar iets meer dan de modale Surinamer, maar ik geef veel minder uit.
- Daar doe je goed aan. De kans dat een of andere slet van de serviespolitie thuis je keukenkastjes komt controleren is miniem.
- Dus dan denken we aan Cherry.
- Welke superracistische quote uit haar repertoire had je in gedachten?
- ‘Ik ben dan wel blank maar ik heb zwart geld op de bank.’
- Onsterfelijk. Vernietigend. Onredelijk. Ingewikkeld. Zinloos in deze context.
- Je hoort hem veel te weinig.

donderdag 27 januari 2011

Zintuiglijk genot

Toevallig heb ik nog geen e-reader, maar ik wen al aardig aan de grote omschakeling. Het is een vreemd idee, dat de 55 meter boeken die ik nu in mijn boekenkasten heb misschien nog eens tot 60 meter zullen aangroeien, maar dat dat het dan wel zal blijven. Toon mij uw boekenkast en ik zeg u wie u in 2011 was.

De voordelen van e-boeken zijn ontzaglijk. Licht om mee te nemen, gaan niet stuk in de tas. Je hoeft niet te kiezen welke je mee op vakantie of in de trein of naar de wc of naar bed meeneemt. Doorzoekbaar natuurlijk, heel belangrijk voor iemand die zelden een boek van begin tot eind leest, maar wel wil weten wat een schrijver over dit of dat zegt. En de wereldliteratuur (OK, tot negentienhonderdzoveel i.v.m. de auteursrechten, maar evengoed) gratis downloaden en altijd bij je hebben, dat is toch een droom.

Het belangrijkste argument dat naar mijn mening tegen e-boeken wordt aangevoerd is het zintuiglijke. Neem die gebonden boeken van Van Oorschot. Ja, die vind ik mooi. Ik gaf in mijn studententijd mijn laatste geld uit aan het Verzameld Werk van Toergenjev, vier delen (later, toen ik al geld verdiende, maar nog niet bepaald veel, kwam er nog een deel brieven bij, met de prachtige commentaren van Karel van het Reve, die, scoop, niet in het Verzameld Werk komen, dus koop dat Toergenjev-deel) in de onovertroffen Russische Bibliotheek. Ik word nog steeds blij als ik ernaar kijk. Ook de Multatuli's. En veel boeken met een geschiedenis.

Maar je moet dit argument niet overdrijven. Dat wil zeggen: ik wil best aannemen dat voor veel mensen de ervaring van het lezen van een goed gemaakt boek heel belangrijk is. Maar voor mij telt het niet zwaar. Veel mooie boeken vind ik als ik ze eenmaal in handen heb helemaal niet zo prettig meer, wat ze ook hebben geprobeerd met hun dundruk, leeslintjes etc. Ik leef in permanente angst dat ik ze stukmaak, wat ik ook vrij vaak doe: ruggen breken, vetvlekken erop maken (als je ze op de eettafel legt - fijne actieve zithouding heb je daar, maar bij mij thuis willen er ook wel eens kruimels op blijven liggen), kleine scheurtjes in bladzijden en stofkaft, bij het uit de kast halen, of gewoon uit pure onhandigheid tijdens het lezen, vooral in bed.

Maar zelfs als je een slag handiger bent dan ik of er niet om maalt je boeken stuk te maken, dan blijft het nog maar de vraag of het eigenlijke lezen werkelijk zoveel prettiger is in een boek van papier. De ideale 'leesinstellingen' zijn zo persoonlijk, geen uitgever kan met alle voorkeuren rekening houden. De Gerard Reve-biografie van Nop Maas heeft voor mij een te groot formaat. Ik lees langzaam en laat me graag en veel afleiden, dus moet ik het lezen regelmatig hervatten, maar met grote bladzijden weet ik dan niet meer waar ik was. De delen van het VW van KvhR zijn te dik naar mijn smaak. Met een e-reader kan je (stel ik me althans voor) lettertype en -grootte aanpassen. En als hij stukgaat is hij inwisselbaar.

Een weinig gehoord argument tegen e-books dat ik er wel bij wil noemen om nog de schijn van een balanced view te wekken: wat doe je met de vrijgekomen, of althans niet meer voor boeken gereserveerde ruimte? Gaat dat niet galmen? Een béétje een fijn huis wordt gedomineerd door boekenkasten. Bij sommige leuke mensen komen daar ook nog een of twee kasten vol platen of cd's bij, die wegens de iPod ook al niet meer uitgebreid zullen worden. Maar weinig mensen willen kleiner gaan wonen. Er komen muren vrij die voor planken bedoeld waren.

Voor dit probleem bestaan verschillende oplossingen. Je kunt bijvoorbeeld tapijten aan de muur hangen, zoals ze in Rusland doen. Dat is goed voor de akoestiek en het staat gezellig. Maar... je kunt ook een aquarium nemen. Of een kat, die anders tegen de boeken zou piesen. Tot de echte omwaarders aller waarden zou ik willen zeggen: neem een aquarium van twee meter én een kat. Als u toevallig mijn kinderen een dezer dagen tegenkomt: graag niet laten merken dat dat nu precies is wat ik op het moment overweeg.