vrijdag 1 juni 2012

Koningen

Wie zegt er dat de televisie en internet de goede tafelconversatie gedood hebben? Wat een bron van gespreksstof, zoals ook weer uit dit stukje moge blijken.

Mijn zoon van negen komt terug op de dodenherdenking. Of je ook als het geen 4 mei is doden mag herdenken. “Ja hoor, absoluut, ik ben daar voor!” “Maar ook doden van na de Tweede Wereldoorlog?” “Ja, dat is tegenwoordig zelfs ook de bedoeling.” “Dus ook... zangers?”

Verdomd, ben ik er weer ingeluisd, u weet het misschien nog niet, ik wel: “Want ik wil the King of Pop herdenken... Michael... JACKSON!”

Terwijl zoon grijnzend zijn ogen sluit om zijn overwinning te consumeren, proberen de meiden (13 en 11) die te bagatelliseren. De King of Pop, dat weten we nou wel. Want wat is het met Aspergerventjes, wel veel praten, maar maar heel langzaam overschakelen op nieuwe onderwerpen om het zacht uit te drukken. “Weet jij wel wie de King of Rock ’n Roll is?”

Maar als een Aspergerventje in vorm is, doet hij meer dan zijn feiten herhalen, hij kan wel degelijk combineren en deduceren. “Eh, Elvis Presley?” Ja, die bedoelden ze, ze kunnen ook zo gauw geen andere bedenken.

Maar dan ik: “Maar wie van jullie weet wie de Kings of Disco zijn?” Nee, dat weten ze niet. En OK, er zijn er meer die op die titel aanspraak kunnen maken, maar de Village People mogen ze best kennen. Algemene ontwikkeling en vroeg of laat kun je ze nog eens playbacken, instant succes. Laptop erbij. We kijken de “originele versie”.

Ik geneer me, niet alleen voor mijn slechte smaak, maar omdat ik voor het eerst zie wat ik later wel gehoord had, maar altijd als iets van die oversexte Amerikanen had beschouwd, namelijk dat de heren in woord en gedrag homoseksualiteit zouden verheerlijken. Nondeju, wat blijkt dat er dik bovenop te liggen. Maar dan toch alleen voor mij, hoop ik? O nee: ik zie mijn dochters blozen. Zien meisjes meer? Of leren ze deze dingen tegenwoordig op school?