maandag 31 januari 2011

Een dame uit Suriname

- ‘Dat is mijn zaak... Slet?’
- Slet. Neutraal en grappig.
- Neutraal omdat het geen echte belediging meer is, tegenwoordig. En grappig... Omdat het toch nog helemaal over the top is?
- Mits correct gebruikt. Medewerkster A. zegt tegen medewerkster B. dat freelancer C. een klus geweigerd heeft omdat die morgen al af moet, terwijl er normaliter een week voor zou staan. B. zegt routinematig: ‘De slet.’
- Terwijl ze beiden niets weten over C.’s liefdesleven.
- Of zelfs vermoeden dat C’s liefdesleven helemaal niet spectaculair is.
- Dat is leuk. Dus je dacht?
- Even recapituleren. Ik dacht, dácht he, ik dacht: ‘Dat is mijn zaak, slet.’ Want die juffrouw van de kassa zei dat vijf stuks serviesgoed een vreemd aantal was. Maar daar heeft ze niets mee te maken. Die toevoeging van ‘slet’ gaf mij een binnenpretje. Dat kon ik gebruiken.
- Vijf is een heel raar aantal, dat vind je zelf toch ook?
- Natuurlijk. Idioot. Maar ik heb één vriendin en drie kinderen. Die borden en bordjes en kommen kostten gemiddeld 5 euro per stuk. 4 items maal 5 maal 5. Óf maal 6. Ik vind dat het verschil maakt of je 100 of 120 euro uitgeeft. That’s me. Had ik vijf kinderen gehad...
- Wat niet is kan nog komen!
- ...
- Nee, daar willen we niet aan denken. Dan had je meteen aan twaalf gezeten. Een tussenweg is er niet.
- Waar het om gaat is dat ze er goed afkwam.
- Met in jouw gedachten slet genoemd te worden kwam ze er goed af?
- Zeker omdat het zo’n neutraal en grappig woord is, tegenwoordig dan. En ik was niet racistisch.
- Want ze was ook nog eens zwart?
- Hoe bedoel je ‘ook nog eens’?
- Eh... behalve dat ze een s*** was. Nee nee, ik snap het. Ze was waarschijnlijk beslist géén slet, maar absoluut zeker te weten wél zwart.
- Ja, en daar mag je natuurlijk geen grappen over maken.
- Welke grap had je in gedachten gehad?
- Ja, dat is ingewikkeld, maar er gaat wat door je heen hè, in je gedachten dan. Cherry.
- Cherry.
- Want ik kan die 120 euro óók betalen, als het moet. Maar ik wil dat juist niet. En ik denk dat ik vooral daarom ook meer te besteden heb dan veel Surinamers, omdat ik me keurig inhoud. Rationele afwegingen maak. Vijf koop als de sociale conventie om zes vraagt, maar ik wens zelf te bepalen aan welke sociale conventies ik me houd en aan welke niet. Ik verdien misschien maar iets meer dan de modale Surinamer, maar ik geef veel minder uit.
- Daar doe je goed aan. De kans dat een of andere slet van de serviespolitie thuis je keukenkastjes komt controleren is miniem.
- Dus dan denken we aan Cherry.
- Welke superracistische quote uit haar repertoire had je in gedachten?
- ‘Ik ben dan wel blank maar ik heb zwart geld op de bank.’
- Onsterfelijk. Vernietigend. Onredelijk. Ingewikkeld. Zinloos in deze context.
- Je hoort hem veel te weinig.

donderdag 27 januari 2011

Zintuiglijk genot

Toevallig heb ik nog geen e-reader, maar ik wen al aardig aan de grote omschakeling. Het is een vreemd idee, dat de 55 meter boeken die ik nu in mijn boekenkasten heb misschien nog eens tot 60 meter zullen aangroeien, maar dat dat het dan wel zal blijven. Toon mij uw boekenkast en ik zeg u wie u in 2011 was.

De voordelen van e-boeken zijn ontzaglijk. Licht om mee te nemen, gaan niet stuk in de tas. Je hoeft niet te kiezen welke je mee op vakantie of in de trein of naar de wc of naar bed meeneemt. Doorzoekbaar natuurlijk, heel belangrijk voor iemand die zelden een boek van begin tot eind leest, maar wel wil weten wat een schrijver over dit of dat zegt. En de wereldliteratuur (OK, tot negentienhonderdzoveel i.v.m. de auteursrechten, maar evengoed) gratis downloaden en altijd bij je hebben, dat is toch een droom.

Het belangrijkste argument dat naar mijn mening tegen e-boeken wordt aangevoerd is het zintuiglijke. Neem die gebonden boeken van Van Oorschot. Ja, die vind ik mooi. Ik gaf in mijn studententijd mijn laatste geld uit aan het Verzameld Werk van Toergenjev, vier delen (later, toen ik al geld verdiende, maar nog niet bepaald veel, kwam er nog een deel brieven bij, met de prachtige commentaren van Karel van het Reve, die, scoop, niet in het Verzameld Werk komen, dus koop dat Toergenjev-deel) in de onovertroffen Russische Bibliotheek. Ik word nog steeds blij als ik ernaar kijk. Ook de Multatuli's. En veel boeken met een geschiedenis.

Maar je moet dit argument niet overdrijven. Dat wil zeggen: ik wil best aannemen dat voor veel mensen de ervaring van het lezen van een goed gemaakt boek heel belangrijk is. Maar voor mij telt het niet zwaar. Veel mooie boeken vind ik als ik ze eenmaal in handen heb helemaal niet zo prettig meer, wat ze ook hebben geprobeerd met hun dundruk, leeslintjes etc. Ik leef in permanente angst dat ik ze stukmaak, wat ik ook vrij vaak doe: ruggen breken, vetvlekken erop maken (als je ze op de eettafel legt - fijne actieve zithouding heb je daar, maar bij mij thuis willen er ook wel eens kruimels op blijven liggen), kleine scheurtjes in bladzijden en stofkaft, bij het uit de kast halen, of gewoon uit pure onhandigheid tijdens het lezen, vooral in bed.

Maar zelfs als je een slag handiger bent dan ik of er niet om maalt je boeken stuk te maken, dan blijft het nog maar de vraag of het eigenlijke lezen werkelijk zoveel prettiger is in een boek van papier. De ideale 'leesinstellingen' zijn zo persoonlijk, geen uitgever kan met alle voorkeuren rekening houden. De Gerard Reve-biografie van Nop Maas heeft voor mij een te groot formaat. Ik lees langzaam en laat me graag en veel afleiden, dus moet ik het lezen regelmatig hervatten, maar met grote bladzijden weet ik dan niet meer waar ik was. De delen van het VW van KvhR zijn te dik naar mijn smaak. Met een e-reader kan je (stel ik me althans voor) lettertype en -grootte aanpassen. En als hij stukgaat is hij inwisselbaar.

Een weinig gehoord argument tegen e-books dat ik er wel bij wil noemen om nog de schijn van een balanced view te wekken: wat doe je met de vrijgekomen, of althans niet meer voor boeken gereserveerde ruimte? Gaat dat niet galmen? Een béétje een fijn huis wordt gedomineerd door boekenkasten. Bij sommige leuke mensen komen daar ook nog een of twee kasten vol platen of cd's bij, die wegens de iPod ook al niet meer uitgebreid zullen worden. Maar weinig mensen willen kleiner gaan wonen. Er komen muren vrij die voor planken bedoeld waren.

Voor dit probleem bestaan verschillende oplossingen. Je kunt bijvoorbeeld tapijten aan de muur hangen, zoals ze in Rusland doen. Dat is goed voor de akoestiek en het staat gezellig. Maar... je kunt ook een aquarium nemen. Of een kat, die anders tegen de boeken zou piesen. Tot de echte omwaarders aller waarden zou ik willen zeggen: neem een aquarium van twee meter én een kat. Als u toevallig mijn kinderen een dezer dagen tegenkomt: graag niet laten merken dat dat nu precies is wat ik op het moment overweeg.

dinsdag 25 januari 2011

Tine Thing

Ik wilde al een hele tijd een stukje over Tine Thing Helseth schrijven, en dan vooral over haar uitvoering van Haydns trompetconcert, en dan weer in het bijzonder het derde deel, in de opname die hier te bewonderen is. Ik kijk die opname snotterend uit. De muziek is daar altijd goed voor, maar met Tine Thing erbij lijkt de ontroering nog groter.

Daarom aarzelde ik ook erover te gaan schrijven, want voor seksistische commentaren kunt u gewoon op YouTube blijven. Maar toen ik vanavond weer eens keek, en bovendien naar een ander filmpje met haar doorklikte, bedacht ik dat Tine Thing misschien meer aan de muziek te danken heeft dan de muziek aan haar.

Laten we maar tot de kern van de zaak overgaan: hoe mooi is Tine Thing nu eigenlijk? Goed: lieve lach, slank, lang blond haar, blauwe ogen, twintig. Dat zijn waar ook ter wereld sterke punten, waarmee ze zich van vele andere vrouwen onderscheidt. Maar luister en kijk ook eens naar haar uitvoering van het derde deel van het trompetconcert van Hummel (bij trompetconcerten voldoet het meestal de componist te noemen, de meeste schreven er maar één). Weer mooi zeulend met die rugtas. En ja, zomerjurkje, leuk hoor. Maar zoals ze in dat filmpje telefoneert. (Waarom? Met wie?) En haar gezicht, dat misschien niet toevallig zelden compleet en zonder instrument ervoor in beeld komt - is dat misschien niet een béétje dom?

Ja, deze uit de klei getrokken Noorse ís aantrekkelijk, maar alleen als ze Haydn speelt.

zaterdag 15 januari 2011

FAQ

De Engelstalige kunstenares M. maakt mij een compliment. Ze zegt dat owning a business een worthy cause is. Eigenlijk ben ik een kunstenaar. Ja, dat vind ik leuk te horen, en niet omdat ik M. zo leuk vind. Niet dat ik M. niet leuk vind, integendeel, maar hoe moet ik het zeggen. Ja, ze heeft een partner met een meisjesnaam (ook artist), en vrouwen die op vrouwen vallen, daar val ik niet op, hoe waardig hun oorzaak ook is. Waarom, ik zou het niet weten, maar ik snap niets van die zuipende agent in The Wire die tere gevoelens koestert voor zijn lesbische collega. Kima! De naam van de agent ben ik kwijt. Ik wil het trouwens ook niet weten, de verklaring waarom ik niet op lesbiennes val bedoel ik, zelfs niet als ze er zo uitzien als Kima en het maar acteren. Ik kan trouwens ook goed leven zonder de naam van die agent.

Als ik, enthousiast geworden, een sterk staaltje van ondernemerschap heb gerelateerd, reageert M. met een langgerekt f*ck! Dit speelt allemaal in een etablissement, en aan verschillende tafeltjes kijkt men geamuseerd om. M. krimpt ineen. Ik leg uit dat f*ck weliswaar een keurig Nederlands woord is, maar dat ze het helemaal verkeerd uitspreekt. De klinker is niet een soort a, maar de schwa, de neutraalste klank die je kan voortbrengen, midden in je mond gevormd zonder welke spanning dan ook, maar, en dat is zo f*cking vreemd voor veel niet-Nederlandstaligen, je moet hem soms benadrukt uitspreken.

vrijdag 14 januari 2011

Geriatrische circusapen

Ik heb enige tijd overwogen een Dacia Duster te kopen. Nét een stapje vooruit vanaf mijn muisgrijze Citroën Berlingo - van poor man’s MPV naar poor man’s 4WD. En de kinderen zouden het goed hebben gevonden, ik denk dat ze geen van drieën ooit merkbewust zullen worden. Gelukkig bleek het ‘knokken’ van onder de motorruimte van de Berlingo weliswaar irreparabel, maar ook onschuldig te zijn, zodat ik het vraagstuk uit mijn gedachten kon bannen. Maar door die viral leefde het weer even op. Ik hoef hem definitief niet. In die zin schiet de reclame tekort.

Wel vind ik hem erg grappig. Beetje Nederlands in zijn directheid, dat wel, ondanks de Engelse acteurs. Misschien slaat die combinatie van Nederlands idee en Engelse uitvoering niet overal aan. Maar zó groot zijn de verschillen in gevoel voor humor toch ook weer niet, internationaal.

Dat zou je denken – tot je de reacties op Youtube leest. Roemeense reageerders lijken te denken dat de kopers en de verkoper Roemenen moeten voorstellen, en wijzen er onder meer op dat Roemenen geen zigeuners zijn (de verkoper scheldt de kopers daar op zeker moment voor uit), dat zigeuners wel degelijk een probleem in Roemenië zijn en dat de Roemenen hun minderheden nooit hebben uitgeroeid, zich daarbij wel van vele andere volken onderscheidend.

Ik vraag me dan af: bestaan er Roemenen die wél begrijpen hoe het bedoeld was, wat en wie hier uiteindelijk bespot wordt. Als ze er zijn, zullen ze zich heel eenzaam moeten voelen.