woensdag 31 december 2008

95 boeken per jaar

Teagan Goddart schrijft:

In one of the more unbelievable anecdotes to come out about President Bush as he winds down his presidency, Karl Rove says his former boss has read 95 books in the last three years.
Dit klopt niet helemaal: lees hier het stuk van de boef Rove zelf. Het zijn 95 boeken in 2006, en ik vind het geloofwaardig. Ik zie bijvoorbeeld de Mao-biografie van Jung Chang en Jon Halliday terug, waarover ik eerder blogde, en nog een heleboel andere boeken waarvan ik denk: ja, dat kan heel goed.

Maar laten we conservatief zijn - dan nog bevestigt dit leesgedrag Bush' luiheid, die zijn presidentschap volgens veel commentatoren tot een van de zwakste van deze eeuw maakte. Stel:

* Bush las de helft van die boeken helemaal uit, en de andere helft voor de helft - genoeg om tegen Rove, met wie hij de laatste drie jaar een leeswedstrijd hield, te kunnen zeggen: dat heb ik gelezen;
* de boeken in de lijst zijn representatief;
* de gemiddelde lengte, voetnoten en registers niet meegeteld, is 500 bladzijden;
* hij las 40 pagina's per uur - een tempo dat ik met die boeken niet haal, want Amerikaanse boeken hebben meestal forse en goed gevulde pagina's, maar Bush leest in zijn moedertaal en leest over onderwerpen waar hij al behoorlijk in thuis is (er zit veel aan twintigste-eeuwse Amerikaanse geschiedenis en biografie tussen en laten we niet vergeten dat hij aan Yale University geschiedenis studeerde)...

... dan kom ik op een slordige 2,5 uur lezen per dag. Elke dag.

Dat is mooi, jaloersmakend zelfs, maar nu moet ik toch even streng worden. Want terwijl hij boeken las had hij briefings kunnen lezen. Zijn boekenkeus getuigt van een goede smaak, en hij zal er best veel van opgestoken hebben. Maar boeken lezen, vooral dikke, is een weinig efficiënte manier van kennis vergaren. Als president heb je het voorrecht dat je alles wat je weten moet door deskundigen samengevat tot je kunt nemen. En als je iets niet begrijpt kun je het altijd vragen. Maar dat deed Bush allemaal niet. Hij dacht na het avondeten dat hij wel genoeg wist om de volgende dag door te komen, en pakte een boek. Het past helaas heel goed bij het beeld van de president die niet echt geïnteresseerd was in zijn werk.

Evengoed: we moeten toch maar ophouden met Bush-bashen. Het begint pijnlijk te worden. Hij heeft zijn portie wel gehad. Behandel hem zoals we willen dat de Republikeinen Obama behandelen. Hij is bovendien machteloos (hij kan alleen nog wat politieke criminelen gratie verlenen, zie mijn vorige post en zie vooral hier - ik pretendeer niet ook maar de helft te begrijpen, maar het is een blog met niveau). Dus ik bedoel maar: moeten we natrappen?

En dan las hij ook nog eens minder dan Rove, die zegt dat Bush "lamely insisted he'd lost because he'd been busy as Leader of the Free World." Ik kan er niets aan doen, ik vind dat soort grapjes leuk.

donderdag 25 december 2008

Problemen zien

Uit de tijd dat Kamagurka nog echt helemaal geweldig was - hij is nog steeds heel goed natuurlijk, maar nu heb ik het over de vroege jaren '80, toen elke cartoon goed was voor een lachkramp -, stamt diens bij ons thuis gevleugelde woord "U ziet geen problemen waar er wel degelijk problemen zijn". (Check de achterpagina van De Rimpelclub.)

Dit zou een motto van Karel van het Reve kunnen zijn. Terwijl iedereen met de fatwā op Rushdie bezig is, vraagt VhR zich af hoe de moordenaar aan zijn geld zal moeten komen. Kort maar krachtig schetst hij (Luisteraars, p. 269-270) de problemen waar niemand zich in zijn verontwaardiging mee bezighoudt, maar die voor iemand die serieus overweegt de gewenste moord te plegen zeer reëel zullen zijn. Het lijkt me heel goed mogelijk dat juist die praktische bezwaren de belangrijkste reden zijn dat Rushdie nog leeft. In het uitgebreide stuk over de controverse op Wikipedia worden alle pogingen tot aanslagen vermeld. Maar niemand lijkt zich af te vragen waarom het er eigenlijk zo weinig zijn geweest. Ook niet in de Nederlandse versie. De wikipedisten kennen hun Van het Reve niet.

Als ik een Karel van het Reve-medaille zou mogen uitreiken aan mensen die reële problemen zien waar anderen ze niet zien, zou die misschien naar de Votemaster gaan, die ook nu de presidentsverkiezingen voorbij zijn nog geen zin heeft om te stoppen met het magistrale politieke blog Electoral Vote Predictor. De laatste weken gaat het vooral over het samenstellen van het Team Obama en over de nog onbesliste senatorverkiezing in Minnesota, maar dan staat er opeens weer zo'n berichtje tussen:

On Dec. 23 President Bush pardoned Isaac Toussie, who had defrauded low-income home buyers, then on Dec. 24 he revoked the pardon. It is a bit early to tell how this will play out, but suppose Toussie goes to federal court to claim "once a pardonee, always a pardonee" and loses. In other words, suppose the courts rule that if Presidents have the power to pardon, they also have the power to revoke a pardon. That could have implications if President Bush pardons members of his administration on his last day in office and then incoming President Barack Obama revokes the pardons. This is definitely uncharted territory.
De zaak wordt ook elders besproken, maar niet met dat cruciale extra inzicht erbij dat dit een precedent kan zijn: als een president een gratie mag herroepen, mag hij ook een gratie van een voorganger herroepen, want presidenten verlenen die graties natuurlijk niet op persoonlijke titel.

De kans lijkt me groot dat juristen van Bush het probleem intussen gesignaleerd hebben, en dat de herroeping weer herroepen zal worden (die graties worden immers vaak gebruikt om politieke schurken immuun te maken, en Bush zal er ongetwijfeld de komende weken meer willen verlenen). Misschien hebben ze het dan zelf bedacht, maar het is niet uitgesloten dat ze daarmee geïnspireerd zullen zijn door de Votemaster, want die kreeg, hou je stoel vast, medebloggers, op 3 november (dag voor de presidentsverkiezingen) 1,34 miljoen bezoeken en op deze slapste dag van het jaar nog altijd tienduizenden. Anders dan Karel van het Reve, van wie waarschijnlijk minder dan een miljoen mensen ooit gehoord hebben, is de Votemaster niet miskend.

woensdag 24 december 2008

Karel van het Reve geeft antwoord

Als ik wel eens moeite met Karel van het Reve heb, is het omdat hij de dingen die ik van hem wil weten met zo verschrikkelijk veel moeite prijsgeeft. Zo weet ik dat hij een hekel aan Noam Chomsky had, maar hij geeft naar mijn mening slechts het begin van een uitleg, in maar één fragment:

Wil een gedachte veel mensen geestdriftig maken, dan moet hij a. in een betrekkelijk eenvoudige, althans aanleerbare formulering aan te duiden zijn; b. de indruk maken nieuw te zijn; c. aansluiten op een bekende gemeenplaats en d. onjuist zijn. De mensen zijn het gelukkigst als zij iets ouds, gangbaars en vulgairs kunnen ondergaan als iets nieuws en origineels. Marx en Freud zijn voorbeelden van zulke 'grote combinatoren'. Een aardig modern voorbeeld lijkt mij Chomsky: iedereen kan meedoen, want iedereen heeft op school geleerd dat 'Jan slaat Piet' en 'Piet wordt door Jan geslagen' twee zinnen zijn die hetzelfde betekenen, wat niet waar is.
('Grote combinatoren' is een verwijzing naar de oplichter Ostap Bender, hoofdpersoon van de romans van Ilf en Petrov, die zich de veliki kombinator noemt.)

U zult het met me eens zijn dat dit een zeer, zeer goed stukje is. Je kunt bij elke intellectuele "hype" Van het Reve's lijstje afgaan. Maar u zult het ook met me eens zijn dat de voorbeelden summier zijn. Met Marx en Freud geeft dat niet, die komen elders in VhR's werk genoeg aan de orde. Maar Chomsky niet.

Soms geeft VhR toch ergens extra uitleg. Min of meer per ongeluk, alsof hij vergeten was dat hij iets al eens eerder ter sprake had gebracht, en het toen bij de meer cryptische versie had gelaten. Dit gebeurt zelfs verschillende keren in de Apologie, een bibliofiele uitgave (150 exemplaren), waarin hij een voor een de bijdragen in het liber amicorum Uren met Karel van het Reve bespreekt.

Neem 'Oberhausen'. Sjifra Herschberg vertelt nog eens over de student die had beweerd dat Byron daar gewoond had. VhR schreef er al over in Afscheid van Leiden, echter zonder te vertellen hoe het precies zat. Sterker nog: hij maakt er een raadsel voor de lezer van door te zeggen dat het hem dagen heeft gekost te bedenken hoe het dan wél zat. Niets van die mystificaties in de Apologie:
Hier ware enige uitleg op zijn plaats geweest. Die student schreef dat Byron op een bepaald moment 'zich in Oberhausen vestigde'. Na veel nadenken begreep ik, dat die student een Duitse encyclopedie had geraadpleegd en daarin iets gevonden had van 'er nahm seinen Sitz im Oberhaus ein'.
Hier voeg ik nog maar even toe dat dat Oberhaus het Britse House of Lords is, waar Byron als lord zitting in mocht nemen.

Heel belangrijk was voor mij de vondst over het 'er tegenop zien om doodgeschoten te worden', de reden die Karel van het Reve op verschillende plaatsen opgeeft om niet bij het verzet te gaan. Ik heb die uitleg altijd erg onbevredigend gevonden. Je zou kunnen denken dat hij zichzelf voor een lafaard hield. Je zou, als je niet beter wist, zelfs kunnen denken dat hij dat ook was. Dit net iets langere stukje over zijn werk voor de verzetsgroep van Robert van Amerongen schept duidelijkheid:
Het kostte hem enige moeite mij te overreden mee te doen. Ik had er een verschrikkelijke hekel aan te worden doodgeschoten. Ik was gaarne bereid iets te doen waarvoor ik de rest van de oorlog in een kamp of een gevangenis zou moeten zitten - iedereen was, vond ik, verplicht zo'n risico te nemen - maar tegen dat doodgeschoten worden zag ik erg op. Elke maand stonden er wel wat namen van doodgeschotenen in de krant. Soms waren dat mensen die ik gekend had. 'Jij wilt mijn naam in de krant hebben,' zei ik tegen Robert. 'Zo gevaarlijk is het niet,' zei hij, en toen deed ik mee.
Robert van Amerongen viel de eer te beurt de biografische schets te mogen schrijven die in deel I van het Verzameld Werk is opgenomen. Daar staat in dat Max Pam Van het Reve eens vroeg of hij nu wel of niet voor de CIA had gewerkt, en dat Karel toen antwoordde: 'Dat mogen wij niet zeggen.' Van Amerongen doet Pam daarmee enig onrecht, want elke Karel van het Reve-fan weet dat dat een vaste anekdote is. Ik herinner me dat VhR hem ter sprake bracht in het radioprogramma Met het oog op morgen, toen hij geïnterviewd werd over de Geschiedenis van de Russische literatuur. In mijn herinnering had hij het over een studentenbijeenkomst, waarin hem de vraag op agressieve toon zou zijn gesteld. Pam nu is ook een Karel van het Reve-fan, en zal nooit pretenderen dat VhR juist hem voor het eerst dat mooie antwoord heeft gegeven. Dat doet hij ook niet in het stukje waar Van Amerongen zijn informatie waarschijnlijk vandaan heeft. In de Apologie komt dezelfde anekdote zo ter sprake:
(Laatst ontmoette ik iemand die me in de jaren zeventig geïnterviewd had voor de radio en mij gevraagd had of ik echt een agent van de CIA was. Ik had volgens hem geantwoord: 'Dat mogen wij niet zeggen.')
Dit blijft een kwestie die nader onderzoek behoeft.

zondag 21 december 2008

Your Own Private Idaho

Een mooie van president Johnson, een variant op "never bite the hand that feeds you" en tevens op het altijd leuke (als je moeite met de politie hebt) "next time you're in trouble call a hippie", die ook nog eens actueel is in het kader van de Bridge to Nowhere-discussies.

James Reston was een zeer gerespecteerd journalist, die zich had uitgesproken tegen verdere inmenging in Vietnam. Frank Church was een senator van de staat Idaho, die bij zijn aantreden in 1957 niet meteen begreep wie er de baas was in de senaat, namelijk Lyndon B. Johnson, toen majority leader. Johnson zei hem bij zijn aantreden dat hij geacht werd voor het wetsvoorstel te stemmen dat zodadelijk aan de orde zou komen. Church stemde tegen, en werd een half jaar genegeerd door iedereen die ertoe deed.

Daarna schatte hij de situatie jarenlang beter in, en eigenlijk deed hij dat nog steeds toen hij in 1965 Johnsons Vietnam-beleid aanviel en daarbij verwees naar een stuk van James Reston. Johnson:

Frank, next time you want a bridge or a highway in Idaho, go ask James Reston.
Ik heb dit... niet uit Robert Caro's onvolprezen meesterwerk The Years of Lyndon Johnson, waar ik, zoals trouwe lezers van dit blog weten, nu al een maand of zes in bezig ben. Dat is nog niet bij het presidentschap. Het komt (met wat bij elkaar gesprokkelde extra informatie) uit een boek van Jan Donkers, De tweede Amerikaanse eeuw. Gisteren voor 7,90 EUR gekocht bij de Linnaeus Boekhandel. Dat is een van de beste boekhandels van Amsterdam. Stapels van de delen I en II van het Verzameld Werk van Karel van het Reve, maar ook koekboeken, kunstboeken, buitenlandse boeken, ramsj, en een uitstekende afdeling kinderboeken. Voor elk wat wils.

zaterdag 20 december 2008

Helden op sokken

Sorry voor de corny titel, maar hij dekt zo perfect de lading dat ik niet anders kan. Muntader al-Zaidi gooide zijn schoenen naar de man die van Irak het enige Arabische land heeft gemaakt waar je schoenen naar een bevriend staatshoofd kunt gooien en eraf komt met een spontaan pak slaag en (misschien) twee jaar gevangenis. "That's the price of freedom", was een van Bush' hoffelijke verklaringen na het incident. Aardig is ook hoe gemengd de reacties in Irak lijken te zijn. De reacties in de rest van de Arabische wereld daarentegen vervullen je met plaatsvervangende schaamte:

* Een Libische liefdadige instelling looft Muntader een prijs voor dapperheid uit. (Voor zo'n actie is in Libië een bijzonder soort doodsverachting nodig.)

* Een Saoedi-Arabiër biedt 10 miljoen dollar voor de schoenen, vanwege de morele waarde die ze vertegenwoordigen.

* Een zakenman in Bahrein schenkt een Mercedes-limousine. Hij piekert nog hoe hij de overdracht gaat regelen, want het is zijn eigen auto (bouwjaar 1990).

* Een Egyptenaar biedt zijn huwbare dochter aan. Dochter Amal vindt het geen slecht idee, zou ook best in Irak willen wonen.

Ik begrijp dat tegen de stroom inzwemmen in die landen dodelijk is, en ik verlang dat van niemand. Tandenknarsend afwachten tot het over is met die weerzinwekkende regimes, en proberen te leven, lijkt me het devies. (Is het u wel eens opgevallen dat de Arabische landen zo ongeveer de laatste echte dictaturen ter wereld zijn? Dat was 20, 30 jaar geleden wel even anders. We've come a long way, en verandering ís dus mogelijk.) Zo met de stroom méé zwemmen is verachtelijk. Stelletje hielenlikkers!

woensdag 17 december 2008

Waar is dat geld gebleven?

Ik was voorzichtig begonnen aan een serie over MMM (hier deel 1), een van de grootste Ponzi schemes ooit - dacht ik. Maar nu blijkt Mavrodi een kleine jongen vergeleken bij Madoff. Of niet?

Een vraag waar ik geen antwoord op heb gevonden is: waar is al dat geld nu? Als ik het goed begrijp heeft Madoff op dit moment voor 50 miljard aan schulden. Maar hij heeft dat geld niet zelf opgemaakt - daar is het te veel voor. Stel dat hij zich de laatste dertig jaar een salaris toekende van... 10 miljoen dollar per jaar? En zijn zoons en zakenvrienden de laatste jaren ook. Zouden ze misschien 1 miljard dollar van dat geld voor zichzelf hebben kunnen houden? Vooruit, laten we dat aannemen. Normaliter zou dat geld hun als fondsbeheerders toekomen, maar nu zou het frauduleus verkregen zijn, dus ja, dat is gestolen, verduisterd, hoe je het noemen wilt. Een heel bedrag natuurlijk, en het zal niet makkelijk terug te vorderen zijn.

Maar dan blijft er nog een slordige 49 miljard over die niet wederrechtelijk door Madoff en zijn kornuiten is toegeëigend. Die staat niet op enige rekening van Madoff, noch als geld, noch als beleggingsproduct. Waar is dat deel van het geld dan? Me dunkt dat het als winst is uitgekeerd. En omdat de begunstigden bona fide beleggers waren, zullen ze die winst weer goed hebben gebruikt - voor een zorgeloze oude dag, voor mooie liefdadige projecten, maar vooral weer voor andere investeringen. Het geld is dus op een gezonde manier in omloop gebleven, zij het wat anders verdeeld dan de bedoeling was: met veel winnaars (degenen die er door geluk of wijsheid tijdig uitstapten) en met een aantal forse netto verliezers (degenen die er de afgelopen weken te laat bij waren - en de sukkelige banken die leningen verstrekten opdat beleggers nog meer bij Madoff konden beleggen; die banken wil ik hier verder buiten beschouwing laten, maar ook voor hen zal gelden dat ze ook aan Madoff verdiend zullen hebben).

Hoe erg zijn die netto verliezers er aan toe? Ik vraag me af of bij die 50 miljard "verlies" die steeds weer wordt genoemd, rekening is gehouden met het feit dat de meeste verliezers jarenlang hun winsten zullen hebben meegepikt. Dat werpt, lijkt me, toch een ander licht op de zaak. Als het verlies "oneerlijk" is, zijn de winsten uit het verleden dat ook.

En een verliezer die nooit zijn winst nam, iemand die 10 jaar geleden een miljoen stortte en nu niets meer heeft? Hoe tellen we zijn verlies? Hij zag zijn vermogen 10 jaar lang op papier met 10% per jaar aanwassen, rente op rente. Wat zegt hij nu? Ik ben een miljoen kwijt, of ik ben 2,5 miljoen kwijt? Ik vermoed het laatste, maar wat mij betreft zou alleen de inleg mogen tellen.

Al met al een heel verschil met Sergej Mavrodi van MMM, die weliswaar in 1994 slechts (volgens de hoogste schatting) 1,5 miljard dollar kwijt maakte. Maar Mavrodi maakte dat geld dan ook goed kwijt. Hij werd daarbij geholpen door de hyperinflatie van het Rusland in die jaren. Het geld werd in korte tijd verzameld bij miljoenen mensen, die dachten dat hun overtollige roebels zo meer zouden opbrengen dan als ze ze voor dollars zouden wisselen. Winsten werden nauwelijks uitgekeerd - dat kon ook haast niet, want ze moesten de geldontwaarding overtreffen - en bij de eerste de beste belastingcontrole stortte het kaartenhuis ineen. Er werden meer dan 50 zelfmoorden gerapporteerd, maar uiteraard moet je alle nieuws uit Rusland met de nodige scepsis beschouwen.

zondag 14 december 2008

Allewiejo, allewajo

Chartreuse gaat boven kummel, in al de landen van de wereld, weten we sinds Lijmen. En Ben legde onlangs uit (in een commentaar op mijn stuk over Boris Ryzhy) dat het wereldwijd de gewoonte is meerdere zelfmoordpogingen te doen voordat er een lukt. In het algemeen moet je oppassen op grond van enkele waarnemingen een wereldwijde geldigheid van een bepaald verschijnsel te vermoeden. Ik wilde iets over theater en wereldwijde karaktertrekken van acteurs zeggen, maar aarzel nu. Ik weet alleen hoe het in Amsterdam is, en dan alleen nog in het stuk dat ik gisteravond zag, op uitnodiging van de Rabobank, die behalve onze bank ook sponsor is van de Stadsschouwburg.

Ik hoorde Paul Haenen zich ooit eens op de radio boosmaken over een recensent die de makers van een toneelstuk van vlerkerigheid betichtte. Het is een mooi woord, dat ook past bij de voorstelling Het temmen van de feeks door Toneelgroep Amsterdam. Veel ruwe seksgrappen, onfunctioneel bloot (of beter: bloot dat niet zo door Shakespeare was voorgesteld en dat het verhaal wel heel ongeloofwaardig maakt; het heeft wel degelijk een belangrijke functie, namelijk de aandacht van het publiek terugkrijgen op punten dat het zou kunnen beginnen te morren over het verhaal dat maar niet opschoot), stevig knijpen in blote borsten (helemaal echt), kotsen, neuken, scheten laten, plassen en heel veel dingen vies maken en stuk gooien. Vooral dat laatste kunnen mijn vrouw en ik slecht tegen. De stomerij- en reparatiekosten doen pijn, als ze zo makkelijk te voorkomen waren.

Maar het ergst was de zelfvoldaanheid waarmee ze hun grappen maakten. De perfect ingestudeerde liederen en yells. Iedereen in voetbalsupportersoutfit op het huwelijk, behalve Petruchio, die in keurig pak komt en daarom gekapitteld wordt om zijn respectloosheid. Omkering, woeha! Tevens lijkt de regisseur hiermee de meer geschoolde toeschouwers te willen laten zien dat hij over een goede cultuurhistorische bagage beschikt: carnaval, de wereld wordt even op zijn kop gezet. Meester wordt ook knecht, en knecht meester. Ja hoor, ík snap het, ík heb ook een alfa-vak gestudeerd. Ik kan het daarom wat beter "plaatsen" dan de melkboeren en aannemers van ons Rabobank-gezelschap. Maar verder dacht ik er hetzelfde over.

Of nee. Die melkboeren en aannemers waren veel positiever dan ik. Ja, wel wat veel bloot en wat ruwe taal, zeiden ze achteraf. Maar de teneur was: we gaan naar modern toneel, dit hoort erbij. "Wat een geweldige aanklacht tegen vrouwenmishandeling", zei een dame zelfs. Dat zo'n welwillend publiek voor de gek wordt gehouden door arrogante toneelkwasten, dat vind ik misschien nog het ergste.

vrijdag 12 december 2008

Bedumbedum

Jonge vriend F. forwardt me zonder commentaar een concertaankondiging van de Buzzcocks. Hij beweegt zich in popmuziekkringen, het fijne weet ik er niet van. Maar enkele jaren geleden stond ik bij hem thuis in een encyclopedisch werk over de punk te bladeren en merkte op dat de Buzzcocks naar mijn mening de beste band aller tijden waren, bar none. Zijn reactie was naar een aangrenzende kamer te lopen en vijfentwintig seconden later terug te komen met de mededeling dat hij het gehele oeuvre aan het downloaden was. Andere generatie!

Kijk, ik ga natuurlijk niet naar dat concert. Geen tijd, te veel lawaai en vooral: ik ga niet dansen en springen. Dat past niet bij me en dat heeft nooit bij me gepast. Ook in de punktijd, of eigenlijk daarna, toen ik de muziek van een aantal bands begon te waarderen, heb ik nooit meegedaan.

Maar dat is nou het leuke van de Buzzcocks (en in mindere mate van de Clash, de Jam en nog een paar andere bands waar de namen me niet meer van te binnen schieten): ze zijn er ook voor mensen die de punkbeweging, wat zeg ik, de hele popmuziek en alle subculturen die daarbij horen een beetje lachwekkend vinden. De jongens van de Buzzcocks maakten briljante liedjes en hun "idioom" was toevallig dat van de punk. Ze wáren geen punk. Ze waren bijvoorbeeld niet echt verschrikkelijk verveeld. Hou op. Dan hadden ze Boredom nooit geschreven.

donderdag 11 december 2008

Mooie meisjes (2)

Deze kende u misschien niet:

Zowel leuke als vervelende dingen behoren geïsoleerd in je agenda te staan, zodat je je er op kunt concentreren en als je bezig bent met 't ene geen zorgen hoeft te maken over het andere. Ik wil best naar de verjaardag van Scheepmaker, maar dan wil ik niet eerst naar Drakesteyn.
Hij komt uit een stuk dat Fascistoïde drek heet en dat Karel van het Reve in 1973 schreef voor Propria Cures. U zult het - hoop ik voor u - te zijner tijd lezen in het Verzameld Werk. En het is er weer een waarvan je denkt, ik tenminste: "O ja. Zo is het." Soms denk je van die wijze woorden van VhR dat je ze al eens zelf hebt bedacht, meen je zelfs wel eens iets van die strekking tegen je vrouw gezegd te hebben. Maar nooit zo duidelijk en met zo'n doodeenvoudige maar complete verklaring en een leuk voorbeeld als bonus.

En zo was het gisteravond. Ik was één keer eerder in mijn leven naar een boekpresentatie geweest. Maar door een ongelukkig toeval moest ik op 10 december 2008 naar twee. De eerste was van het Verzameld Werk van KvhR en dus mijn feestje, de tweede een feestje van mijn vrouw, maar wij steunen elkaar nu eenmaal door dik en dun.

Over de presentatie, gisteren, van het Verzameld Werk en over het Verzameld Werk zelf is al veel gezegd, en zal nog nog veel meer gezegd worden. Hoogtepunten waren voor mij natuurlijk het ontmoeten van Ben, Alice, Ileen en Koen en het herontmoeten van vele anderen. De sprekers waren zoals je ze op een Karel van het Reve-avond mag verwachten. Iedereen weet hoe de meester sprak, weet ook dat dat niveau voor geen sterveling te halen is, maar weet gelukkig ook wat je níet moet doen. Geen vaagheden, niet langer spreken dan nodig, en vertel alsjeblieft niet alleen dingen die iedereen al weet. Dus had Lieneke Frerichs de hand weten te slaan op een geluidsfragment waarin Pavel Litvinov vertelde waarom Karel in tegenstelling tot andere journalisten zo'n steun was voor de dissidentenbeweging ("hij was buitengewoon moedig") en zich exact Karels rol herinnerde in het publiceren van het beroemde memorandum van Andrej Sacharov. En Ton van Brussel vertelde het prachtige verhaal over hoe Karel wel voor Elseviers Magazine wilde schrijven, als hij tenminste meer zou verdienen dan W.F. Hermans. Of nee: als hij evenveel géld zou krijgen als Hermans, maar daarbovenop ook het uitgeknipte kruiswoordraadsel uit de International Herald Tribune. Een verbijsterend handig idee. Laat Hermans maar onderhandelen, en wie zou Karel niet hetzelfde honorarium gunnen - en wie zou hem niet het plezier willen doen het kruiswoordraadsel uit te knippen?

Maar evengoed was het al snel half zeven en moesten we verder. Verder naar het Foam, waar een boek werd gepresenteerd dat Beyond Photography (nog geen link) heet en waar een heel ander soort gezelschap bijeen was. Ik schatte al snel dat elke aanwezige fotograaf goed was voor anderhalf keer zoveel subsidies als het hele Verzameld Werk van Van het Reve had gekregen - en nu ik daar nog eens over nadenk, denk ik dat ik daar zeer conservatief in ben geweest. De sprekers waren lang van stof en onbegrijpelijk. Ik wachtte het moment af dat ik desnoods op de wc zou kunnen gaan lezen, genoeg boeken in mijn tas - niet alleen het VW delen I en II, maar Jaap Blansjaer had me ook nog een exemplaar van Karel van het Reves zeldzame Apologie gegeven, waarvoor ik hem hierbij nog eens wil bedanken.

Maar één ding was op de tweede boekpresentatie beter dan op de eerste, en dat was de mooiemeisjessituatie. Of eigenlijk: er was een meisje dat ik zo mooi vond, dat ik me afvroeg: "Wat doet CARICE VAN HOUTEN hier?" Ik kon alleen niet op die naam komen. Wat ik werkelijk dacht was: "Wat doet die actrice, hoe heet ze, van, kom, hoe heet die film... Minoes hier?" En meteen daarna: "Maar dat getapte fotografenvolk doet net of het heel gewoon is dat ze daar staat, laat ik dat ook maar doen."

Wie schetst mijn verbazing toen ik een poosje later, de bar was intussen geopend en het was mij gelukt wijn te scoren, mijn vrouw met Minoes zag staan praten. Ik er toch maar bij komen. "Je herkent haar zeker wel hè," zegt mijn vrouw hulpvaardig. Ik schud Minoes de hand, ik denk "Nee, toch niet," en zeg "Ja, sorry, ik dacht dat je die actrice van Minoes was, vandaar dat ik..." maar toen bedacht ik dat ik niets compromitterends had gedaan.

Goed, ik heb dus een uur met Carice van Houten gepraat, so the evening wasn't a complete waste? Nee, het was haar niet. Het was het in fotografiekringen bekende model Paula, maar ze lijkt niet op haar foto's - en dat komt niet alleen omdat ze op die foto's nogal vreemd uitgedost is. In het echt lijkt ze dus op Carice, en als u het mij vraagt is ze zelfs mooier. De enige foto die wat mij betreft recht doet aan haar schoonheid plaats ik bij dit stuk. Ze is daarop 20 jaar. Haar vader, fotograaf Hendrik Kerstens, was opgevallen dat meisjes van die leeftijd erbij gaan staan of ze zwanger zijn, ook al zijn ze het niet. Paula heeft er ook het buikje naar. Is dit nu wat ze noemen een pot belly?

vrijdag 5 december 2008

Mooie meisjes

- Maar wat zei die recensent eigenlijk?
- "De foto’s blijven steken in een alledaagse esthetiek die maar niet wil betoveren."
- O.
- Ja. Anders dan haar eerdere werk, met zijn uitgesproken uitsnedes. Die leverden "boeiende beelden" op.
- You can't please them all. Anderen vonden die uitsnedes juist wat koel, esoterisch. Ik voor mij vind het juist wel leuk dat je nu af en toe een lichaam bij een gezicht ziet, en omgekeerd.
- Maar de recensent niet. Foto's van mooie meisjes maken is triviaal, dat kan iedereen, zegt hij zo ongeveer.
- (a) Dat is niet waar, want krijg ze maar eens voor de camera, en (b) Carla máákt ze mooi.
- Ze haalt al het mooie naar voren. Dat wel. Maar het zijn zeker geen dogs hoor, in het echt. En de recensent zegt dus dat een foto van een mooi meisje nog geen mooie foto hoeft te zijn.
- Nee, natuurlijk niet. Maar wil je een mooi portret maken, dan leg je jezelf een geweldige handicap op door een lelijk model te kiezen.
- Ah! Maar Carla zegt vaak dat ze dingen die in het algemeen niet mooi worden gevonden, en die tegenwoordig routinematig weggeretoucheerd worden, juist wél mooi vindt, en juist naar voren wil halen.
- O, ik snap het. De recensent maakt daarvan dat Carla lelijk mooi vindt, en vindt dat ze zich aan haar eigen regel (of althans, aan zijn vereenvoudigde voorstelling van die regel) had moeten houden door lelijke modellen te kiezen?
- Die indruk krijg ik. Dat had boeiende beelden opgeleverd.
- En nu is Carla ongelukkig?
- Eh... Ja.
- En jij bent, om met Koot en Bie te spreken, een verdomd belangrijke steun voor haar in deze pokketijden?
- En de koters natuurlijk? Dat hoop ik maar.
- Hebben we nog een dichtregeltje om haar op te beuren?
- Ik dacht aan Chvalu i klevetu priemli ravnodušno / I ne osparivaj glupca.
- Poesjkin! Eenvoudig maar waar. Als ik een poging tot vertaling mag wagen: Blijf onder lof en laster onbewogen / En discussieer niet met een dwaas.
- Sorry, maar daar klopt niet veel van. 'Lof' en 'laster' zitten erin, maar dat kan iedereen. En het metrum, tja, dat klopt wel, maar de eerste regel heeft een voet te weinig. En dat 'discussieer' klinkt wel erg lam. Niet een woord dat Poesjkin ooit zou gebruiken.
- Weet je, op die kritiek ga ik niet in. Hij glijdt van me af als water van een gans.

woensdag 3 december 2008

Boris Ryzhy

Boris Ryzhy, een film van Aliona van der Horst. Losse gedachten.

*

Er kwam een echte, maar dan ook een échte, maffiajongen in aan het woord. Hij woont in een armzalig appartement, maar hij heeft een vrolijke, grappige, mollige vrouw en een vlakschermtelevisie. Waarom de maffiajongens Ryzhy accepteerden? Niet om zijn gedichten, die lieten ze koud. Maar hij kon er goed op slaan, daarmee dwong hij respect af. Hij hoorde er alleen niet helemaal bij, vanwege die gedichten natuurlijk, maar vooral omdat hij niet voluit voor de criminaliteit koos. (Ik heb de perestrojka wel eens de tijd waarin de professionals eindelijk hun kans grepen horen noemen.)

*

Aliona (wat dit stukje moeilijk maakt is dat ze een dierbare vriendin van mijn vrouw en mij is) lijkt niet echt haar best te doen de vraag op te lossen waarom Ryzhy zelfmoord pleegde. Ik heb zelfs het idee dat ze die niet echt wil oplossen. De kans is te groot dat er drank, of drugs, of een geestesziekte, of een combinatie daarvan, uit komen rollen. Dat is niet goed voor de film. Dan liever iets vaags en oncontroleerbaars als dat het schuldgevoel hem teveel werd. Oneerbiedig: ze werkt toe naar de conclusie die we kennen uit This is Spinal Tap, over het tuinierongeluk van een van de vroeggestorven drummers: "best leave it... unsolved."

*

Ja, zijn we toch films aan het citeren:

Hagen: The Roman Empire... when a plot against the Emperor failed, the plotters were always given a chance to let their families keep their fortunes.
Pentangeli: Yeah, but only the rich guys. The little guys got knocked off. If they got arrested and executed, all their estate went to the Emperor. If they just went home and killed themselves, up front, nothing happened.
Hagen: Yeah, that was a good break. A nice deal.
Pentangeli: They went home and sat in a hot bath and opened their veins, and bled to death. Sometimes they gave a little party before they did it.
Hagen: Don't worry about anything, Frankie Five-Angels.
Pentangeli: Thanks, Tom. Thanks.
Maar zoiets was het niet, alle connecties met de maffia ten spijt. De gangsters in Jekaterinenburg zijn ook te aards om zich, als hun Amerikaanse collega's, door de Godfather te laten inspireren.

*

Als er wél een maffiaconnectie met Ryzhy's zelfmoord was, was de kans klein dat de "jongens van de vlakte" dat aan Aliona, die ondanks haar fabelachtige Russisch toch vooral een fris meisje uit Amsterdam is, zouden hebben verteld.

*

Je kunt heel goed een fantastische dichter én een ongelooflijke klootzak zijn. Maar in de film lijkt niemand daar van te willen weten. Zijn weduwe komt er nog in de buurt, maar heeft het meer over de pieken en dalen in hun relatie. De meesten vinden hem een fantastische dichter. Zijn zoontje vindt hem alleen een ongelooflijke klootzak. Dat hij zijn vaders gedichten niet wil lezen is hem vergeven. Ik heb intussen op mijn gemak wel wat gedichten gelezen. Daar ben ik wel van onder de indruk. Maar allesoverheersend is toch de overtuiging dat hij op zijn zesentwintigste zijn vrouw en zijn zoontje van zes liet barsten. Dan ben je een ongelooflijke klootzak. Tenzij er dus iets ernstigs in het spel is, maar daar moet je dan wel proberen achter te komen.

*

We krijgen nooit genoeg van oude dametjes die uit een vitrinekast foto's van wijlen hun man tevoorschijn halen, in uniform. Een eeuw Rusland met al zijn verschrikkingen samengebald, zo voelt het. Dit dametje kwam uit "het Verre Oosten", niet helemaal correct maar om begrijpelijke redenen ondertiteld als "Oost-Siberië". Bedoeld wordt het gebied ten Noord-Oosten van China, de laatste stations van de Trans-Siberië Expres. Je kunt strikt genomen nog verder en oostelijker dan het Russische Verre Oosten: Kolyma (van de verschrikkelijkste kampen), Kamtsjatka (Risk, geysers) en Tsjoekotka (van waaruit je Alaska kunt zien), maar het Verre Oosten is al heel afgelegen. Ben je daar uitgediend, ga je naar de Oeral. Ze zullen weinig te kiezen hebben gehad in hun leven.