zaterdag 18 februari 2006

Grappen maken over massamoordenaars

Bijna uit: Koba the Dread van Martin Amis, een paar maanden geleden in de ramsj gekocht bij het Martyrium in Amsterdam.

Het boek bestaat uit drie delen: een verzameling fragmenten onder de titel "The collapse of the value of human life", vervolgens een springerige, persoonlijke, biografie van Stalin en tenslotte een verzameling brieven over de verwerking van de geschiedenis van het communisme - wat, dat besef ik, geen al te duidelijke samenvatting is, maar Amis' werk laat zich dan ook niet makkelijk samenvatten.

Wel zijn er veel interessante dingen te noemen. Zo geeft Amis in de tekst precies aan in welke boeken hij iets heeft gelezen (veel Conquest, Solzjenitsyn) en welke hij veracht en dus nauwelijks heeft ingekeken (Deutscher, Fitzpatrick, Hobsbawn). Als je smaak met de zijne overeenkomt is dat erg plezierig. En - daar wil ik natuurlijk naar toe - het doet erg aan Karel van het Reve denken.

Er doet meer aan Karel van het Reve denken, al blijf je je bewust van de verschillen. Beiden zijn briljante schrijvers, maar bij Amis straalt het er van af. Veel lezers beseffen nauwelijks hoe goed VhR is omdat hij zo gewoon lijkt. Bij Amis is dat uitgesloten. Hij is bij uitstek literair, al is hij net zo leesbaar als VhR. Die leesbaarheid lijkt bij Amis op de tweede plaats te komen, het is een bijproduct van zijn briljantheid. (Ook is hij af en toe onleesbaar, maar dat zal aan mijn Engels liggen.)

Maar de belangrijkste overeenkomst is inhoudelijk. Een van Amis' grote vragen is waarom we het communisme toch maar niet als even verschrikkelijk willen zien als het nazisme. Waarom weet de gemiddelde westerse intellectueel wel van Dachau, maar niet van Kolyma? VhR maakte deze zelfde vergelijking in de Ondergang van het Morgenland, en ik geloof zelfs al in Twee potten pindakaas - met precies dezelfde namen. Typerend is dat Amis uitlegt waarom hij juist deze twee kiest.

Bijzonder is dat Amis diep ingaat op de vraag waarom je ook als je weet dat het even erg was als het nazisme kan lachen om grappen over het communisme, terwijl soortgelijke grappen over het nazisme door nette mensen als weerzinwekkend zouden worden ervaren. Conquest, Amis' vriend en rolmodel, lacht mee. Ja, allicht, zegt Amis, anders dan het nazisme had het communisme oorspronkelijk de beste bedoelingen met de mensheid. Maar door te lachen als we elkaar met "Kameraad!" begroeten dringen we toch die miljoenen doden naar de achtergrond. En een miljoen doden is niet, zoals Stalin zei, een statistiek. Het zijn evenzoveel tragedies.

Er is ten slotte een heel belangrijk verschil met VhR: Amis is ondanks zijn belezenheid en zijn omgang met Russen en grote Ruslandkenners zelf geen Ruslandkenner geworden. Zo maakt hij op een moment de (leuke) opmerking dat het hem verdriet zou doen als de aanhef-met-uitroepteken in brieven ("Kameraad Amis!") niet specifiek voor de communistische omgangsvormen was, maar teruggaat op een Russisch gebruik. En inderdaad, laat dat nu net het geval zijn. Hij schrijft dat hij "recently learned" dat Lenin de r niet kon uitspreken. Die eerlijkheid is innemend (en typerend voor zijn stijl). Een andere schrijver zou gedaan hebben of hij dat gewoon wist. Maar toevallig hoor je dit ook gewoon te weten omdat het deel uitmaakt van de Russische folklore. Heel veel Russen hebben een hilarische Lenin-imitatie in huis (en daarnaast een Brezjnev-imitatie, en in mijn tijd een Gorbatsjov-imitatie en nu misschien een Poetin-imitatie). Een student Russisch of Ruslandkunde moet wel heel weinig interesse voor zijn vak hebben wil hij daar nooit mee zijn geconfronteerd.

Geen opmerkingen: