vrijdag 25 augustus 2006

Alfabetsoep

SFVI, PMOI, MEK, MKO, NRCI - kortom, nog één keer over die merkwaardige, geliefde en verguisde, organisatie van Iraanse verzetsstrijders.

Wat voorafging: vorige week zaterdag kocht ik bij Scheltema Persepolis van Marjane Satrapi, las meteen het eerste deel en werd vervolgens bij het doen van de gewone boodschappen aangesproken door een aardige Iraniër die mij zover kreeg een machtiging te tekenen voor de SFVI. Ik schreef daarover in mijn stukje Vertalen is als een vrouw.

Maar het bleef me niet lekker zitten. Die SFVI was wel erg vaag. Ik informeerde me iets beter, concentreerde me daarbij op wat je redelijkerwijs van een mensenrechtenorganisatie mag vragen, en wijdde er een tweede stukje aan, met een titel die niet mis te verstaan was: SFVI: niet doen. Ik laat het toegezegde bedrag niet afschrijven en geef het aan Amnesty.

Ik dacht dat daarmee de kous af was, maar er kwam een reactie op die me uitgedaagde me nóg eens in de zaak te verdiepen. Ging het oorspronkelijk nog om de vraag of de SFVI met hun opgehaalde geld zouden doen wat ze zeiden ermee te gaan doen, nu ging het over de integriteit van de (vermeende) moederorganisatie. Ik las het artikel over de People's Mujahedin of Iran (PMOI) op Wikipedia, dat er wonderbaarlijk goed en ongehavend uitziet als je bedenkt hoe fel de voor- en tegenstanders van de organisatie zijn, wat ook blijkt uit de zeer lange bijbehorende talk page. Dit is wat er op het moment van schrijven staat over de ideologie van de organisatie en de wijze waarop deze gehandhaafd wordt:

Ideologically, the MKO is difficult to describe. Originally being based on a syncretic amalgamation of Marxist and Islamic ideas, the MKO was subject to a number of rapid ideological shifts (each allegedly accompanied by severe internal purges) and has developed a strong sense of veneration for its leading couple, Masoud Rajavi and Maryam Rajavi, which some have described as a personality cult. It describes itself as a secular organization. There have been allegations that the MKO were running prison camps within Iraq and were committing severe human rights violations [14]. But the MEK claims a European Parliament delegation visited Camp Ashraf and after conducting interviews with many PMOI members in Iraq, published a 93-page document responding to these allegations [citation needed].
Die woorden als "allegedly", "some have described", "there have been allegations" mogen slap lijken, maar zoals het er nu uitziet mogen dit harde feiten in de beste traditie van Wikipedia worden genoemd: niemand kan ontkennen dat er "allegations" zijn geweest. Wel zijn er natuurlijk mensen - en die komen op de talk page uitgebreid aan het woord - die die verdenkingen zó lasterlijk vinden dat ze zelfs niet genoemd mogen worden, omdat onbevooroordeelde lezers zoals ik onder het motto waar rook is, is vuur zouden kunnen denken dat de PMOI toch wel een béétje martelt.

En laat ik dat nu inderdaad denken. Maar ik had dit artikel daar niet voor nodig, noch allerlei interessante, maar "anekdotische" informatie, zoals die te vinden zijn in een uit de hand gelopen reeks commentaren op een blog van Iran-correspondent van de NRC Thomas Erdbrink. Want je komt een heel eind door alleen maar naar de website van de PMOI zelf te kijken - naar wat er op staat, wat er niet op staat en hoe ze het zeggen. Dat doet erg denken aan... Nee, eerst even punt voor punt:

De keuze van de informatie Wat je op de site vindt: verklaringen van prominenten van de PMOI, aanhankelijkheidsbetuigingen van buitenlanders en veel analyses van de misdadige politiek van de regering van Iran. Qua nieuws: de laatste politieke ontwikkelingen in Iran, executies in Iran, en alle feiten die lijken te ondersteunen dat de val van de regering van Iran op handen is. Niets daarentegen over de wijze van organisatie van de PMOI, het leven in Ashraf (wat bijzonder jammer is, want daar is nu juist erg weinig over bekend en als iemand er iets zinnigs over zou kunnen zeggen zouden het de PMOI-mensen zijn), over de politieke discussies die er toch zouden moeten zijn binnen de PMOI of anders wel binnen de NCRI (het parlement in ballingschap dat gedomineerd wordt door de PMOI, maar waarvan volstrekt onduidelijk blijft wie er nu verder in zitten) - kortom, alle informatie waarvoor je als argeloze buitenstaander juist deze website zou bezoeken.

Het ontzag voor gezagsdragers Je ziet het al aan de manier waarop hun namen worden genoemd. Wordt leidster Maryam Rajavi geciteerd (en dat gebeurt vaak), dan wordt ze binnen drie zinnen afwisselend Mrs. Maryam Rajavi, The Iranian Resistance's President-elect, Mrs. Rajavi en The President-elect of the Iranian Resistance genoemd. Hetzelfde gebeurt met alle enigszins prominente niet-Iraniërs. Politici en militairen die zich uitspreken ten gunste van de PMOI, of ten minste voor het laten vallen van de status van "terroristische organisatie" of voor het handhaven van de vluchtelingenstatus van de in Ashraf vastzittende strijders - ze zullen hun namen zelden zo volledig genoemd hebben zien worden.

De repetitiviteit Over zulke politici worden geen samenvattende artikelen geschreven. Alle brieven en verklaringen, met slechts marginaal verschillende inhoud, worden uitgebreid geciteerd. De kwantiteit moet indruk maken, maar werkt in feite geestdodend.

Nieuws en commentaar ineen Nieuwsberichten worden steeds omkleed met verklaringen. Vaak raakt het eigenlijke nieuws daardoor in de verdrukking. Als hoopvol een bericht met de titel Disruption of Water Supply to Camp Ashraf in Iraq opent, blijkt het een brief te betreffen waarin een Canadees parlementslid zijn zorg over deze kwestie uitspreekt tegenover de Canadese minister van Buitenlandse Zaken (wel staat er een foto bij van wat een kapotte waterleiding zou kunnen zijn).

De epitheta Nooit wordt gesproken van de Iraanse regering of de Iraanse autoriteiten. Wel over het regime, of het clerical regime, of de mullahs, die bovendien wreed, middeleeuws en repressief zijn. In de talrijke berichten over executies wordt gesproken van de "mullah henchmen". Het Iraanse volk daarentegen is onderdrukt, en vaak heroïsch. Het is niet dat zulke epitheta de betroffenen onrecht doen. Het is alleen zo verschrikkelijk afgezaagd.

Kortom, het is een ander land en een ander medium, maar verder lijkt het of de tijd heeft stilgestaan en we een jaargang Izvestija of Pravda lezen. Of de publicaties van de revolutionaire bewegingen in Europa die zich door Rusland of China lieten inspireren.

Mag je uit het feit dat de PMOI niets echts over zichzelf vertelt concluderen dat het een gesloten, dictatoriale, sektarische organisatie is die ongetwijfeld dissidenten in eigen gelederen onderdrukt? Veel mensen vinden van niet. Ik vind van wel.

't Is een lang verhaal geworden. Wat ik toch nog moet melden, al is het maar omdat het allemaal begon met de multomap met gruwelfoto's van de SFVI: de obsessie met martelen. Martelen door de tegenpartij natuurlijk, maar toch. Zouden mensen die graag over martelen praten zelf makkelijker tot martelen overgaan - of het althans eerder gerechtvaardigd vinden dan mensen die er liever niet mee geconfronteerd worden? Gedachte-experiment: wat zou er met een folteraar van de Iraanse geheime dienst gebeuren als hij in handen van de Mujahedin viel? Ik denk... En vandaar is het nog maar een kleine stap naar het aanpakken van "verraders" in eigen gelederen. Bewijzen zijn mooi meegenomen, maar ik heb ze niet echt nodig.

vrijdag 18 augustus 2006

Reza Abedini de Reza van Marjane Satrapi?

Ik ben niet de enige die het zich afvraagt: is Reza Abedini die, zoals vandaag in de NRC staat de Prins Claus Prijs heeft gewonnen, "Reza" met wie Marjane Satrapi even getrouwd is geweest? Het kan haast niet missen zou je zeggen... geniale kunstenaar (de Reza en Marjane uit Persepolis waren steeds de besten van de klas), twee jaar ouder dan Satrapi.

In het blog Il latte della carta schrijft commentatrice Federica:

reza abedini mi piace tantissimo, l'ho scoperto qualche mese fa.
ora, gossip-question... non sarà mica lo stesso "reza" della satrapi (persepolis 2, il suo ex-marito)? è un po' che ci penso, se qualcuno sa, dica!!!
Zo zie je maar weer, Italiaans lees je vanzelf als het onderwerp maar interessant is.

woensdag 16 augustus 2006

SFVI: niet doen

Zelden zoveel traffic gekregen als de afgelopen dagen op mijn stukje Vertalen is als een vrouw, waarin de SFVI (Stichting van de Familieleden van Iran) ter sprake komt. Blijkbaar zijn er veel mensen die in het winkelcentrum zijn aangesproken en thuis snel gaan kijken hoe het nu zit.

Wat mij op hun eigen website treft is het gebrek aan accountability. Van een club die duidelijk voor de hogere bedragen gaat verwacht je toch dat ze uitleggen wat ze precies met dat geld doen, en niet wat ze ermee kunnen doen. Ik kan op de hele site geen jaarverslag of welke andere financiële verantwoording dan ook vinden. Ik herinner me uit die multomap bedragen als 950 EUR voor een tv-uitzending, 300 EUR voor een advocaat, 50 EUR voor een folderactie - hoeveel tv-uizendingen zijn er het afgelopen boekjaar geweest, hoeveel advocatenkosten betaald? En hoeveel onkosten heeft de stichting gemaakt voor zijn eigen voortbestaan? Het geeft niet als daar wat aan op gaat, maar ik wil het wel weten.

Ik zei in mijn vorige stukje half grappend dat het net zo goed een communistische mantelorganisatie kon zijn. Dat idee had ik omdat de man die mij aansprak niet reageerde op mijn vriendelijke poging zelf aan het gesprek deel te nemen, waarbij ik Marjane Satrapi's meesterwerk Persepolis noemde. Ik zag dat als een bewust negeren van alles wat niet in zijn verhaal past, wat volgens mij duidde op een politieke agenda.

Nu heb ik dan eindelijk gedaan wat ik natuurlijk meteen had moeten doen: R., mijn enige Iraanse kennis, gebeld. Ze is de moeder van een klasgenootje van een van mijn dochters en ik spreek haar vaak bij het uit school halen. Ik weet dat ze over veel dingen hetzelfde denkt als ik.

"Ik heb je landgenoten bij de Albert Heijn 25 EUR gegeven," zeg ik. "Heb ik daar goed aan gedaan?" "Néé, zonde van je geld," zegt ze. "Dat zijn de mujahedin, ze veranderen hier in Nederland steeds van naam. Het is een verzetsbeweging." "Ah." zeg ik "Wat is hun signatuur, ongeveer?" "Tsja, Islamitisch-socialistisch-communistisch, zoiets. Beetje vreemde mengeling. Wat mij betreft zijn ze in ieder geval te politiek, ze zijn in hun eigen partij geïnteresseerd, niet puur in de mensenrechten zoals Amnesty International. Je kan je geld beter aan Amnesty geven." Ik: "Zouden ze wapens van mijn geld kunnen kopen?" R.: "Haha, zoveel koop je ook weer niet voor 25 EUR. Maar het is waar, ze voeren ook gewapende acties uit."

Ik denk niet dat je de huidige machthebbers in Iran zonder geweld weg krijgt. Maar met geweld ook niet. Je kan alleen maar hopen dat ze op een goed moment genoeg krijgen van hun fanatisme en beseffen dat je een land beter bestuurt zonder mensen met andere ideeën dan jij gevangen te zetten (en te martelen, te stenigen, op te hangen - afijn, als u dit leest heeft u waarschijnlijk de multomap gezien). Tot die tijd zit er niets anders op dan mensen die dat afschuwelijke regime ontvluchten in Nederland te verwelkomen. Dat hoeft niet veel te kosten, de meesten kunnen zelf geld verdienen. Maar als u toch iets in die richting wilt doen: overweeg eens om de UAF te steunen, een heel Nederlandse organisatie in de beste zin van het woord - je weet waar je voor betaalt.

Zo'n incasso is trouwens terug te draaien. Misschien doe ik dat.

Naschrift Meer, méér van hetzelfde, naar aanleiding van de vele, helaas anonieme, reacties (sorry, die functie is voor dit bericht en het volgende UITGESCHAKELD nu, heb geen hoop meer dat er nog iets interessants komt): Alfabetsoep, over de "moederorganisatie".

zondag 13 augustus 2006

Vertalen is als een vrouw

Op de stripboekenafdeling van Scheltema, waar ik bij nader inzien dus geen Gummbah kocht, had ik nog wel een ander idee: Persepolis van Marjane Satrapi te kopen. Ik moest vrij snel beslissen, want ik had mijn dochter van vijf meegenomen en stripafdelingen zijn tegenwoordig, blijkt, geen plaatsen voor kinderen. Seks en geweld alom, bijna geen normaal boek te vinden.

(Ik betrap me er trouwens op dat ik geweld tegenwoordig minder erg vind dan seks. De kinderen mogen naar Winx Club en wat al niet op de televisie kijken, maar onze shunga's zullen voorlopig niet aan de muur terugkomen. Zo was het ook met de strips: ik liet dochter van vijf verder bladeren in een gewelddadige mangastrip omdat ik twee meter verderop stapels boeken met blote vrouwen op de kaft had gezien. Zolang ze dáár maar niet heen zou lopen.)

Ik was aan Persepolis herinnerd toen een paar dagen eerder op een vertaalnieuwssite een interview met Marjane Satrapi voorbij was geflitst - uit 2004, dat heeft waarschijnlijk met de instellingen van de automatische nieuwsspeurdiensten te maken - waarin Satrapi de flauwe Franse wisecrack "Een vertaling is als een vrouw: ze is óf mooi, óf trouw" ter sprake bracht. Satrapi bleek de voorkeur te geven aan mooie vertalingen.

Terug uit de boekhandel las ik meteen het eerste deel van Persepolis. Nog beduusd door die lectuur moest ik echter nog de gewone boodschappen doen. Voor de deur van Albert Heijn stonden twee Iraniërs. Uiteraard werd ik door een van hen aangesproken (ik word altijd aangesproken, vooral door mensen die te verlegen zijn om iedereen aan te spreken), "over de mensenrechten in Iran". Ik: "Nou, u had me niet op een beter moment kunnen treffen, ik heb net het eerste deel van Persepolis van Marjane Satrapi uit." De Iraniër gaf geen krimp en vertelde over mannen en vrouwen die in Iran doodgemarteld waren. En vroeg of ik de Stichting van de Familieleden van Iran (SFVI) geldelijk wilde steunen.

Daar was ik niet te beroerd voor, maar ik had geen zin weer zo'n vast bedrag per maand over te maken dat alle liefdadigheidsclubs tegenwoordig vragen. 25 EUR in een keer dan, wat ik behoorlijk genereus van mezelf vond - die SFVI zou net zo goed een communistische mantelorganisatie kunnen zijn tenslotte, Satrapi geeft ook een aardig inzicht in de oppositionele krachten in Iran. De man, duizelig van succes (I.V. Stalin) wees me erop dat ik voor 50 EUR een hele folderactie kon betalen, maar nu was het mijn beurt om geen krimp te geven. 25 EUR dus, en thuis maar eens nakijken hoe goed ze zijn.

Ik zou zeggen: oordeel zelf, maar lees in ieder geval Marjane Satrapi, Persepolis, tweede druk van de eendelige uitgave net uitgekomen (augustus 2006), in een volgens mij redelijk trouwe vertaling uit het Frans van van Toon Dohmen.

Gummbah

Op aanraden van Bie ging ik afgelopen week op de Gummbah-site kijken. Ik kende Gummbah nauwelijks, en Bie heeft niets te veel gezegd: er is op die site veel te beleven. Gummbah is in zijn zwart-wittekeningen te vergelijken met Kamagurka in zijn beste tijd. (Ik pak voor de zekerheid de oude albums uit de kast. Ze veroorzaken niet meer die minutenlange, keelpijn veroorzakende lachen, maar ik vind ze toch weer briljant.) Sommige tekeningen lijken zelfs hommages aan Kamagurka: setting en stijl zijn dezelfde (dokter en zuster bij patiënt, dichter en lelijke vrouw, oorlogvoerende generaals, excentrieke heren met butlers, meesters voor de klas), maar er zit steeds een net iets andere draai aan.

Ondanks de frappante overeenkomsten zijn er twee belangrijke verschillen met Kamagurka:

* Gummbah is een veel betere schrijver. Zijn langere stukken tekst zijn meesterlijk. Kamagurka heeft er ook altijd bij geschreven, heeft daar nu zelfs een hoekje voor in de NRC, ik geloof samen met Jules Deelder, maar dat is vreselijk flauwe leukdoenerij. (Ik heb in diezelfde tijd dat ik zijn albums "vers" kocht ook nog eens een theatervoorstellingen van hem bezocht en op de televisie gezien. Die werden alleen gered door Herr Seele).

* De obsessie met viesheid, depressie en verval. De grappen over seks zijn loodzwaar.

Die seksgrappen hebben mij er gisteren, toen ik me op een middagje boekenbonnen uitgeven bij Scheltema had getrakteerd en me voor had genomen er strips van te kopen, want die lees ik nog eens uit, van weerhouden een hele rij Gummbahs te kopen. Ik kan er zelf niet tegen, en ik heb ook geen zin stripboeken uit de buurt van de kinderen te houden.

Nog iets dat Gummbah en Kamagurka gemeen hebben: nodeloos harde uithalen naar Kuifje en Suske en Wiske. Erg grappig!

zondag 6 augustus 2006

Niet achter de geraniums

Het interview met Boudewijn van Eenennaam, vertrekkend ambassadeur uit Washington, en zijn vrouw Jellie, afgelopen zaterdag in NRC Handelsblad, roept herinneringen op aan het legendarische interview dat Ischa Meijer in 1984 had met Bram Peper, toen burgemeester van Rotterdam, die ook door zijn vrouw terzijde werd gestaan. Bram en zijn toenmalige echtgenote (kom, hoe heette ze ook alweer? Niet Neelie natuurlijk, die kwam later) lieten zich in dat interview als zulke proleten kennen dat je het met plaatsvervangende schaamte las - of leest, het staat in Ischa Meijer, De interviewer. 50 interviews uit 25 jaar interviewen (Amsterdam 1999), 230-236.

Hij: "En dat we mensen van Boymans-Van Beuningen geschoffeerd zouden hebben."
Zij: "Daar kopt ook geen reet van. We zijn op zaterdagmiddag in de stad. En er was een Tintorettitentoonstelling. We hadden gezellig gestad. O, zo graag Tintoretti nog even zien. Kwart over vier. Wij ernaar toe. Bij de ingang woven ze al naar ons. Wij gelijk door. Tjee, waar is die Tintoretti? Suppoost zegt: 'Moet u twee trappen op, is daar achteraan.' Staan daar twee mannen: 'Ja, jammer, dan had u beneden een kaartje moeten kopen.' [...]"
Hij: "Wouen we even snel ruiken aan cultuur, weet je wel."
Zij: "En we hebben al weinig tijd." (p. 230-231)

(Mijn vrienden en ik, toen etterbakken van 18, hebben nog enige tijd de eind-i's en -o's in Italiaanse namen verwisseld. Willy Alberto, dat werk.)

Die "hij" en "zij"-vorm nu heeft interviewer Tom-Jan Meeus bij het uitwerken van zijn gesprek ook gebruikt. Dat is volgens mij al op het randje. Maar hij heeft nog iets uiterst villeins gedaan door, weer net als Ischa, letterlijker te citeren dan in interviews gebruikelijk is - vooral haar denk ik - waardoor de geïnterviewden, tsja, toch wat minder klasse uitstralen dan je van een ambassadeursechtpaar verwacht.
Zij: "Washington is een matriarchaat gewoon. Er zijn zo ontzettend veel vrouwenclubs. En door de vrouwen krijg je de mannen binnen. Het is constant netwerken. Niet alleen lunches, ook boekpresentaties, partijen, lezingen - de vrouwen zijn hier heel erg involved."
Bedrijft u ook diplomatie?
Zij: "Denk het wel. Ja. Natuurlijk. Ze vragen mij ook mijn mening over Nederland. Dus ik lees wekelijks het rapport van de directie politieke zaken. Je moet wel voorbereid zijn. Absoluut."
En over senator John Warner, die de twee met wat stroop smeren verleidden tot het verzachten van een belastingmaatregel waar Nederlandse multinationals slachtoffer van zouden worden:

Hij: "Hij was dus vroeger getrouwd met Liz Taylor
Zij: "Was. Wás."
Hij: "Ik geloof dat hij haar vierde was"
Zij: "Hij is nu getrouwd met een vrouw van Nederlandse afkomst."
Hij: "Dat helpt dus, hè."
Zij: "Ja."
Is deze genadeloze portrettering verdiend? Ik ben bang van wel. Want als het over zwaardere dingen gaat is het allemaal even simpel, en dan is het opeens niet leuk meer:
Zal de Afghaanse missie houdbaar blijven?
"Het is ons werk om daarvoor te zorgen. Ik ben erg blij dat we meedoen. In Nederland speelt altijd de vraag van de vuile handen. Wij hebben een neutralistische en pacifistische traditie: mensen blijven liever achter de geraniums zitten. Hier is de mentaliteit anders. En daar kunnen wij iets van opsteken. Iedereen om vijf uur naar huis - dat heb ik nooit iets gevonden. Je moet dúrven in het leven."

Tsjonge, het is ons werk om daarvoor te zorgen. Hoe stelt hij zich dat voor? Door zelf luchtsteun te gaan geven? Wat kunnen "we" (ik neem aan dat hij de politici en de diplomaten bedoelt) verder doen? Met vlaggen zwaaien misschien, laten merken dat we achter de jongens staan? Dat doen de Amerikanen niet eens meer voor hun Iraakse missie en de Afghaanse zijn ze al helemaal vergeten. Het is een compleet lege verklaring.

En dan zijn er mensen die niet veel zien in OORLOG VOEREN, ik kapitaliseer dat voor de zekerheid, want daarvoor zijn we in Afghanistan. De mensen die daar niet veel in zien blijven volgens Van Eenennaam liever achter de geraniums zitten.

Mag ik even heel onaardig zijn? Ik denk niet dat Boudewijn van Eenennaam een negen-tot-vijfmentaliteit heeft. Maar ik denk evengoed dat hij geen enkel recht van spreken heeft als het gaat over durven. De persoonlijke risico's die hij neemt zijn minimaal - een sociale afgang is het ergste dat hem kan overkomen. Bah, wat een bal.

Ik had ook nog even willen ingaan op het kokette "There will be new babes, no?" waarmee Jellie reageerde op de vraag wat de societybladen nu moesten nu zij en haar Jordaanse collega-diplobabe weggingen. Zie hier. Hoe zit het met dat woordje "no"? Sprak ze dat nog met een bepaald accent uit? Of is dat juist heel chic? Maar ik heb daar helemaal geen zin meer in.

zaterdag 5 augustus 2006

Afghanistan en Vietnam

Ergens in Dagboek van een provocateur (ik kan de plaats niet terugvinden) schrijft Andrej Amalrik dat een gevangenisdirecteur (of een rechter, of een KGB-ondervrager) hem verwijt altijd maar weer over kleinigheden te beginnen. "Een gevangene heeft alleen maar kleinigheden om zich mee bezig te houden," antwoordt Amalrik. Dat geldt in zekere zin ook voor militairen. Arnon Grunberg heeft dat haarfijn aangevoeld.

Grunberg schrijft veel, daarom is hij wel eens wat slordig. In het helaas om zeep geholpen blog Watterstaat verhaalde Matthijs Bakker hoe hij door een medewerker van Arnon Grunberg was benaderd om te helpen een citaat van Jean Genet thuis te brengen. Matthijs herkende het niet, gaf een aantal alternatieve mogelijkheden maar uitte zijn twijfels over de herkomst. Het leek hem gewoon geen Genet. En hoewel ook bij verder onderzoek door Matthijs en mijzelf bleek dat alle sporen doodliepen - meest waarschijnlijke weg liep volgens mij via Ian Buruma in de New York Review of Books, die nog een slag om de arm hield, naar een blogger die zich waarschijnlijk helemaal vergiste - kwam het citaat doodleuk als van Jean Genet in een stuk in Vrij Nederland. Dat heeft zo'n jongen toch niet nodig, zouden we Herman Finkers kunnen citeren.

Maar in het eerste verslag dat hij gisteren in NRC Handelsblad publiceerde als "embedded journalist" met de troepen in Afghanistan had hij geen citaten nodig, en was hij helemaal in zijn element. Voor wie in het leger heeft gezeten en vooral voor wie wel eens op een missie is geweest is het uiterst herkenbaar. Je leest dingen die je bij anderen niet leest. Kleinigheidjes.

"Ben je al eens eerder in Afghanistan geweest?" informeerde ik.
"Al twee keer", zei de sergeant, "maar dit keer heb ik een kaasschaaf bij me". En er verscheen een triomfantelijke lach op zijn gezicht. hij zei, alsof hij iets vertrouwelijks vertelde: "Als ze eenmaal in de gaten hebben dat je kaas bij je hebt, wil iedereen een stuk. Maar als ze met een zakmes in de kaas gaan snijden, dan is die zo op. Daarom heb ik dit keer een kaasschaaf meegenomen, zoadat iedereen een dun plakje krijgt, begrijp je? Zodat ze dit keer mijn kaas niet voor mijn neus opvreten."

Verdomd, dit heb ik precies zo meegemaakt in Irak. Je kan het een kleinigheidje vinden, maar als jij de moeite hebt genomen dat blok kaas dat hele eind mee te nemen, of je familie heeft de moeite genomen het op te sturen, dan is het niet leuk als je zelf alleen het laatste stukje uit de korst mag snijden. (En van een mooie dunne plak proef je ook nog eens meer dan van een dikke.)

Verder komen er in dit eerste stuk al twee zaken aan de orde die in verslagen naar mijn mening vaak ondergewaardeerd worden: (1) het wachten, en (2) het gebrek aan privacy. En dat terwijl Grunberg nog niet eens op de plaats van bestemming is - ze zijn gestrand in een luxe hotel in de Sharjah.
Wel kwam Dennis zonder kloppen de badkamer binnen toen ik daar stond te douchen, maar ik begrijp dat oorlog en kloppen niet samengaan. Ik droogde mij haastig af, terwijl Dennis een plasje pleegde. Om de situatie niet onnodig te laten escaleren, informeerde ik: "Wat gaat luchtmobiel eigenlijk in Afghanistan uitspoken?"
"Wij gaan de PRT's beschermen", zei hij en hij trok door.
Grunberg heeft het hier nog niet over, maar hij zal het merken: alleen masturberen word je geacht uit het zicht van je maten te doen. Dus probeert iemand zich uit de groep te verwijderen dan weet de rest wat hij gaat doen.

Grunberg kan natuurlijk niet meteen alles doorgronden. Op sommige dingen verkijkt hij zich. Zo denkt hij dat hij een van de zeldzame leden van de Apocalypse Now-sekte heeft ontmoet, waar ook hij toe behoort. Maar die sekte was in ieder geval in mijn tijd in het leger enorm. Naar Tour of Duty keek je voor de velddiensttekens, naar Apocalypse Now om te begrijpen wat oorlog was. En om te zien waarom de Amerikanen verloren hadden in Vietnam: allemaal gemengde tenues.

dinsdag 1 augustus 2006

Russisch ophalen

We hebben een Russin te logeren. Dat betekent dat ik voor het eerst in jaren weer meer dan drie zinnen achter elkaar Russisch spreek. Over het algemeen ben ik blij met wat ik heb onthouden. Naamvalsuitgangen, blijkt maar weer eens, kan je op een moment niet meer vergeten. (Het moeten natuurlijk wel vormen zijn die je ooit beheerst hebt; sorok, veertig, verbuigen is wat mij betreft altijd een circusnummer geweest. Gelukkig moet je wel heel veel Russisch spreken om dat ooit te hoeven doen). Het vinden van de juiste woorden is een stuk moeilijker. Ik merk dat ik voor simpelere werkwoorden kies dan ik vroeger gedaan zou hebben. Woorden voor gewone dingen weet ik soms wel, soms niet. Het onmogelijke prostynja (laken, klemtoon op de laatste lettergreep) komt er zo uit. Maar katsjel' (schommel) was ik compleet vergeten.

Omdat het een leuke Russin is, moet ik helaas grapjes maken. Zoontje van drie grist terwijl ik de tassen nog uit de auto wil halen de sleutels uit mijn hand om te proberen de deur te openen. "Sam i srazu, eto ego filosofija v dvuch slovach," zeg ik: "zelf en meteen, dat is in twee woorden zijn filosofie." Het is geen grapje dat ik in het Nederlands zou maken. Te bot, en bovendien is het duidelijk dat ik het noodgedwongen kort moet houden.

Maar het is ook een poging tot Russische humor. Dat altijd maar ter sprake brengen van filosofie (of desnoods alleen het woord "filosofie"), het combineren van diepzinnigheid en platheid: "Is zo'n restaurant niks voor jou?" vroeg G. tijdens het eten aan een Russische zakenpartner. "Nje-a," antwoordde deze. "Voordat je zo'n bord oecha op tafel hebt... En dan verdien je daar maar vijf cent op. Ieder mens heeft zijn roeping." En vervolgens, met een Poetin-lachje: "Mijn roeping is snel en veel."

(Poetin zelf kan trouwens zeer ad rem zijn: tijdens het eerste bezoek van George Bush aan Rusland werd hun beiden op een persconferentie gevraagd wat ze van de brain drain, het verschijnsel dat hoogopgeleide Russen zodra ze de kans krijgen naar het buitenland - meestal Amerika - vertrekken, vonden. Bush keek uiteraard of hij het in Keulen hoorde donderen. Poetin reageerde intussen elegant met "Als ik voor ons samen mag antwoorden: ik ben ertegen, George is ervoor.")

Ik vertel onze logée dat ik tijdens de afgelopen hittegolf maar weer eens Een dag van Ivan Denisovitsj heb opgenomen, in lijn met het halfzachte advies dat je, omdat temperatuur tussen de oren zit, gewoon aan de winter moet denken. Ik heb dat verhaal nooit uitgekregen zeg ik, want ik wil graag alles begrijpen. Maar af en toe begrijp ik zelfs hele zinnen niet. Dat schiet niet op. "Kosjmar," zegt ze, "Solzjenitsyn schrijft expres zo moeilijk, daar lezen wij overheen." Ik laat me niet kennen. Als ik het uit heb kom ik er uitgebreid op terug.