zaterdag 5 augustus 2006

Afghanistan en Vietnam

Ergens in Dagboek van een provocateur (ik kan de plaats niet terugvinden) schrijft Andrej Amalrik dat een gevangenisdirecteur (of een rechter, of een KGB-ondervrager) hem verwijt altijd maar weer over kleinigheden te beginnen. "Een gevangene heeft alleen maar kleinigheden om zich mee bezig te houden," antwoordt Amalrik. Dat geldt in zekere zin ook voor militairen. Arnon Grunberg heeft dat haarfijn aangevoeld.

Grunberg schrijft veel, daarom is hij wel eens wat slordig. In het helaas om zeep geholpen blog Watterstaat verhaalde Matthijs Bakker hoe hij door een medewerker van Arnon Grunberg was benaderd om te helpen een citaat van Jean Genet thuis te brengen. Matthijs herkende het niet, gaf een aantal alternatieve mogelijkheden maar uitte zijn twijfels over de herkomst. Het leek hem gewoon geen Genet. En hoewel ook bij verder onderzoek door Matthijs en mijzelf bleek dat alle sporen doodliepen - meest waarschijnlijke weg liep volgens mij via Ian Buruma in de New York Review of Books, die nog een slag om de arm hield, naar een blogger die zich waarschijnlijk helemaal vergiste - kwam het citaat doodleuk als van Jean Genet in een stuk in Vrij Nederland. Dat heeft zo'n jongen toch niet nodig, zouden we Herman Finkers kunnen citeren.

Maar in het eerste verslag dat hij gisteren in NRC Handelsblad publiceerde als "embedded journalist" met de troepen in Afghanistan had hij geen citaten nodig, en was hij helemaal in zijn element. Voor wie in het leger heeft gezeten en vooral voor wie wel eens op een missie is geweest is het uiterst herkenbaar. Je leest dingen die je bij anderen niet leest. Kleinigheidjes.

"Ben je al eens eerder in Afghanistan geweest?" informeerde ik.
"Al twee keer", zei de sergeant, "maar dit keer heb ik een kaasschaaf bij me". En er verscheen een triomfantelijke lach op zijn gezicht. hij zei, alsof hij iets vertrouwelijks vertelde: "Als ze eenmaal in de gaten hebben dat je kaas bij je hebt, wil iedereen een stuk. Maar als ze met een zakmes in de kaas gaan snijden, dan is die zo op. Daarom heb ik dit keer een kaasschaaf meegenomen, zoadat iedereen een dun plakje krijgt, begrijp je? Zodat ze dit keer mijn kaas niet voor mijn neus opvreten."

Verdomd, dit heb ik precies zo meegemaakt in Irak. Je kan het een kleinigheidje vinden, maar als jij de moeite hebt genomen dat blok kaas dat hele eind mee te nemen, of je familie heeft de moeite genomen het op te sturen, dan is het niet leuk als je zelf alleen het laatste stukje uit de korst mag snijden. (En van een mooie dunne plak proef je ook nog eens meer dan van een dikke.)

Verder komen er in dit eerste stuk al twee zaken aan de orde die in verslagen naar mijn mening vaak ondergewaardeerd worden: (1) het wachten, en (2) het gebrek aan privacy. En dat terwijl Grunberg nog niet eens op de plaats van bestemming is - ze zijn gestrand in een luxe hotel in de Sharjah.
Wel kwam Dennis zonder kloppen de badkamer binnen toen ik daar stond te douchen, maar ik begrijp dat oorlog en kloppen niet samengaan. Ik droogde mij haastig af, terwijl Dennis een plasje pleegde. Om de situatie niet onnodig te laten escaleren, informeerde ik: "Wat gaat luchtmobiel eigenlijk in Afghanistan uitspoken?"
"Wij gaan de PRT's beschermen", zei hij en hij trok door.
Grunberg heeft het hier nog niet over, maar hij zal het merken: alleen masturberen word je geacht uit het zicht van je maten te doen. Dus probeert iemand zich uit de groep te verwijderen dan weet de rest wat hij gaat doen.

Grunberg kan natuurlijk niet meteen alles doorgronden. Op sommige dingen verkijkt hij zich. Zo denkt hij dat hij een van de zeldzame leden van de Apocalypse Now-sekte heeft ontmoet, waar ook hij toe behoort. Maar die sekte was in ieder geval in mijn tijd in het leger enorm. Naar Tour of Duty keek je voor de velddiensttekens, naar Apocalypse Now om te begrijpen wat oorlog was. En om te zien waarom de Amerikanen verloren hadden in Vietnam: allemaal gemengde tenues.

Geen opmerkingen: