zondag 18 januari 2009

Anti-Alice-in-Wonderlandclub

Ik vroeg me af of er een anti-Lewis Carrollclub zou zijn, zoals we in Karel van het Reveland de anti-Dostojevskiclub kennen. Of eigenlijk: een anti-Alice-in-Wonderlandclub, want Alice in Wonderland is het boek waarmee hij door iedereen geassocieerd wordt. Verder dan Terry Pratchett ben ik niet gekomen, en één zwaluw maakt nog geen zomer.

Ik heb Alice's Adventures in Wonderland en Through the Looking Glass in de door Martin Gardner geannoteerde editie. Ik hou van geannoteerde edities, zeker als de annoteerder net zo talentvol is als de schrijver (Nabokovs Eugene Onegin, Karel van het Reves De literator en de holbewoner), maar deze hielp me niet het werk te gaan waarderen. Ik blijf het eng vinden, en niet grappig. Ontzettend gedateerd. En hoeveel écht briljante vondsten staan er nou helemaal in? Gardner weet ze mij niet aan te wijzen.

Sympathiek van Gardner is wel dat hij Carroll "neemt zoals hij is", namelijk als liefhebber van kleine meisjes. Er blijkt een tien jaar geleden een biografe te zijn geweest die het traditionele beeld van Carroll - wereldvreemde wiskundige, liefhebber van kleine meisjes - verwierp als de Carroll myth. Carroll was volgens haar juist een sociaal vaardige man die op volwassen vrouwen viel. Gardner maakt vrolijk gehakt van deze "revisionistische" zienswijze. Een uitgebreider stuk over deze kwestie van een - krijg ik de indruk - nog veel grotere kenner leest u hier. Bottom line: hij hield exclusief van kleine meisjes, en ging dus veel verder dan het Victoriaanse gelul over puurheid van kinderen en werd vanwege zijn te grote interesse in Alice en haar zusjes uit huize Liddell gegooid. Maar hij raakte ze met geen vinger aan. ("Dat had er nog eens bij moeten komen!" denk je als vader dan.)

Er bestaat, niet alleen bij Carroll, een soort afspraak dat je de kunstenaar los moet denken van het kunstwerk. Dat komt de Carroll-kunde erg goed uit, want behalve die mensen die het over de Carroll myth hebben, vindt iedereen hem op zijn minst een rare snijboon. Maar zijn boeken beschouwen de meeste lezers als meesterwerken. Ik ben op zoek naar mensen die met mij zeggen: Carroll deugde niet, maar zijn boeken ook niet.

6 opmerkingen:

Ben Hoogeboom zei

The Looking Glass en Wonderland, dat ben ik met je eens. Maar was er niet een dertig jaar geleden een uitgave van Penguin die ‘The riddles of Lewis Carroll’ heette, en die bedoeld was voor de kindertjes?
Ik zou, kind zijnde, wel met die raadseltjes ge-hoe noem je dat-geconfronteerd willen zijn. Wel zonder de strijkages, vanzelf.

Huub Stegeman zei

Als je naar Christ Church College in Oxford gaat, toont men je met enig genoegen de kamer van Carroll. Daar staan merkwaardige tekeningetjes op de muur...

Molovich zei

Was het niet Nabokov die ooit met de anti-Dostojevski-club was begonnen?

Wouter van den Berg zei

Alle leden van de anti-Dostojevskiclub zijn lid gemaakt door Karel van het Reve, de meeste postuum. Voor zover ik weet is het idee van een club niet eerder geopperd, ook niet door Nabokov. Nabokov is wel een erg belangrijk lid, als meest uitgesproken bestrijder van het idee dat Dostojevski diepzinnig was.

Molovich zei

Ach so, was Nabokov ook niet de inspirator, of op z'n minst de aanleiding? Maar goed. Over uw anti-Aliceclub. Het is lang geleden dat ik Alice in Wonderland heb gelezen, en toen ik het las snapte ik niet zo goed wat al de fuzz about was, ik vond het maar een kinderachtig spelletje dat gespeeld werd. Blijkt het achteraf ook nog eens droom te zijn! Ik nam aan dat dit gebrek aan waardering aan mezelf lag. Ik begreep wel meer niet waarvan ik meende dat ik het moest begrijpen. omdat geacht werd het te begrijpen.

Toevallig las ik gisteren een stukje van Arnon Grunberg op de achterpagina van de NRC, over een ter ziele gegaan 24/7-restaurant in het Meat District te New York. Grunberg mocht daar, in de tijd dat hij zich onoverwinnelijk waande (kennelijk doet hij dat niet meer), graag een pannetje mosselen bestellen na middernacht. Hij schrijft dan: "Florent was 24 uur per dag open en zoals het in Alice in Wonderland altijd theetijd is, zo was het in Florent altijd zeven uur 's avonds." Dat vond ik dan toch weer voor Alice in Wonderland pleiten. Altijd theetijd, een huiveringwekkend idee.

Grietje zei

Voor mij is het ook altijd theetijd. Mijn huisgenootjes weten dat ook: als ze dorst hebben kloppen ze bij mij aan want ik heb toch altijd wel thee. Dat theezetten gaat aan de lopende band. Ik vond Alice als kind erg leuk, ik droomde ook zo. Misschien dat ik er anders tegenaan kijk als ik het nu weer lees, maar dat zou ik toch een beetje zonde vinden...