Ik had gedacht dat ik met zevenmijlslaarzen door de eerste 100 bladzijden van Popski. A life of lt.col. Vladimir Peniakoff, de bij mijn weten enige biografie van Popski, commandant van Popski's Private Army, geschreven door John Willet zou lopen. Dat deel gaat over de jaren vóór de oorlog, waaraan Popski zelf maar een bladzij of tien besteedt. Maar wat Willett boven water heeft gehaald is fascinerend.
Ik schreef al over het respect dat Popski voor de Duitsers had (goede militairen) en het feit dat hij er pas tegen het einde van de oorlog achterkwam dat het nazisme toch echt een verwerpelijke ideologie was. Dit wordt nog gekker als je leest dat hij joods was. Tenmiste, zijn ouders waren joods en je zou dus kunnen zeggen dat hij het ook was. Maar zijn ouders ontvluchtten dan wel het Rusland van de pogroms, verder waren ze wereldburgers en atheïsten, en dus vonden ze het niet nodig om hun joodse achtergrond thuis ter sprake te brengen. Als Popski samen met zijn neef in Antwerpen een schip met joodse immigranten ziet aankomen, maakt hij een laatdunkende opmerking over het uiterlijk van die arme sloebers. Zijn neef zegt dat Popski en hijzelf toch wel iets belangrijks met die mensen gemeen hebben. Popski reageert als door een wesp gestoken en is de rest van zijn leven met zijn neef gebrouilleerd. Misschien kunnen joodse lezers van dit blog uitleggen wat voor een psychologie daar achter zit, ik snap er niets van.
Popski's vader, Dmitri Peniakoff, was een chemisch ingenieur, die had gestudeerd bij de grote Mendelejev (van het Periodiek Systeem) en die eerst in Frankrijk en daarna in België hele fabrieken ontwierp. In Zelzate, aan het kanaal van Gent naar Terneuzen, hielp Popski, inmiddels ook ingenieur, hem bij zo'n opdracht. Tot zijn taak behoorde het ontwikkelen van een "tuindorp". De architect was Huib Hoste, die eerst door Berlage en later door De Stijl beïnvloed was. Een detail dat Karel van het Reve geïnteresseerd zou hebben, is dat er bij de bouw ook nog twee andere Russische émigrés (tsaristische officieren) betrokken waren, die voor de verwarming zorgden - door in die vreemde Hollandse huisjes Russische kachels te plaatsen (vgl. KvhR ...), die er overigens door de bewoners weer uitgesloopt werden. (De wijk bestaat nog, en heet ter ere van de Peniakoffs en de officieren nog altijd Klein Rusland.)
Maar nu we het toch weer over Karel van het Reve hebben. Die stelde ooit een verbetering voor van het gezelschapsspel "hoeveel handdrukken ben ik verwijderd van...". Ik drukte vijf jaar geleden Bill Clinton de hand, en ben daarmee slechts één handdruk verwijderd van zo ongeveer de hele Amerikaanse politiek, te beginnen met John F. Kennedy. Maar een hand drukken is te makkelijk. Je hoeft maar één populaire politicus de hand te hebben gedrukt en je bent in een handdruk of vier met de hele wereld gelinkt.
Nee, je moet echt een introductie hebben, iemand die desgevraagd zou kunnen vertellen wie je bent: "Dit is Karel van het Reve, slavist te Leiden". Of: "Dit is Karel van het Reve, zoon van kameraad Gerard Vanter, logeerde bij mij omstreeks 1937." Zo ongeveer zou André Gide Karel hebben kunnen introduceren bij Popski, die Gide al in 1921 leerde kennen (al is niet duidelijk of ze elkaar ná 1921 nog wel eens hebben ontmoet). Van het Reve was dus maar één introductie van Popski verwijderd.
Ik kan natuurlijk ook zeggen dat ik maar één introductie van Karel van het Reve verwijderd ben (stuk of zes mensen die mij kennen en die VhR goed kenden), en daarmee maar drie introducties van Popski, maar ik kan het misschien nog mooier. Mijn oma was van 1930 tot 1932 secretaresse van Nicolae Titulescu, president van de Volkenbond. Vertegenwoordiger van de Volkenbond voor België was in die tijd Eugenia Kersten, née Peniakoff. De oudere zus van Popski. Zou zij wel eens met mijn grootmoeder gesproken hebben? Ik vind het een te mooi idee om te verifiëren.
Een verwaarloosd stukje in het integratiedebat
-
Onder de douche na het zwemmen. Tegenover me zijn twee begin-twintigers met
elkaar aan het babbelen. Een jongen, een meisje. Er staat nog iemand tussen
hen...
4 weken geleden
4 opmerkingen:
Via jou (of via Tom Eekman, wiens schuddende hand ik vastgehouden heb) sta ik ook vrij dicht bij KvhR. Al heb ik KvhR een keer gesproken na een lezing te Nauerna (1981), over Zosjtsjenko. Maar dat telt niet.
Belangrijker is deze handschudding.
Dus is Plopski de zoon van Dimitri Peniakoff?
Leuk om te lezen. We zijn nooit te oud om te leren hé.
'k Ga dat boek ook eens opzoeken om te lezen.
Groeten,
Philip
Inwoner van de Wijk Klein-Rusland te Zelzate in de Dimitri Peniakofflaan.
he als je meer wil weten over popski , kan je hier te recht voor meer antwoorden ppa.ps@pandora.be of website http://users.telenet.be/ppa/
Dank voor de reacties uit België. Ben blij dat ik met mijn stuk een gevoelige snaar heb geraakt.
Pildier: het is wel Popski hè, niet Plopski - de fout is begrijpelijk, maar de militair is toch iemand om trotser op te zijn dan op kabouter Plop! ;-)
Voske: ik kende die site, heb er veel geleerd en verwees er zelfs al naar in een eerdere post over Popski. Keep up the good work!
Een reactie posten