Het ene pootje van mijn bril begaf het pas. Metaalmoeheid. Te vaak verbogen door mijn zoontje van vier, die er aardigheid in heeft mijn bril tijdens het voorlezen van mijn hoofd te trekken. Echt erg is het niet, want meestal draag ik lenzen, en grappig genoeg blijkt zo'n bril met één pootje ook nog wel te dragen. Dan pakt mijn dochter van acht de bril van de wastafel en breekt dromerig het tweede pootje eraf. Ik, tegen beter weten in: "O jee, is nou het tweede pootje gebroken?" Dochter, al even hoopvol: "Ik weet niet hoeveel pootjes hij had?"
Zou je inderdaad beter niet over je eigen bril kunnen schrijven? Dat is wat Ben denkt, en hij noemt de niet-brildragende Georges Perec, die de beste verhandeling over de bril zou hebben geschreven. Dat laatste geloof ik graag, maar ik wil toch een lans breken voor Umberto "De naam van de roos" Eco en Maarten "Oculare Biesheuvel" Biesheuvel. Allebei brildragers, zodat de aantrekkelijke hypothese verworpen moet worden.
(Als ik het woord 'bril' hoor moet ik vaak aan Ad "De hitvisser" Visser denken.)
Een verwaarloosd stukje in het integratiedebat
-
Onder de douche na het zwemmen. Tegenover me zijn twee begin-twintigers met
elkaar aan het babbelen. Een jongen, een meisje. Er staat nog iemand tussen
hen...
3 weken geleden
1 opmerking:
Georges Perec zegt er dit over:
♦ Waarom ik een dergelijk onderwerp desondanks met een sereen gemoed aansnijd.
Deze dingen gezegd zijnde, bied ik de lezer de hiernavolgende bespiegelingen niettemin met een hartverwarmend gevoel van welwillende onpartijdigheid aan. Een brildrager zou geneigd zijn alles op zichzelf te betrekken, hij zou zich opwinden, afdwalen, zich verliezen in onnutte uitweidingen en niet ter zake doende gedachtenspinsels, de bron van al zijn lasten en lusten terugvoeren op de inadequate welving van zijn hoornvlies of ooglens en aan het eind van zijn verhaal zeker ook zijn bril nog kwijt zijn. Terwijl ik de zaken met een kalm oog vermag te aanschouwen, bezadigd en bezonken van geest, en evengoed bereid ben om me over het geval van de verzienden te buigen als om het probleem van de bijzienden in ogenschouw te nemen, daarbij een lucide afstandelijkheid tentoonspreidend die sympathie noch plichtsbesef uitsluit.
Dat is de stijl van... Rudy Kousbroek! In elk geval vindt hij het prachtig, weet ik zeker, als er over brillen op zodanige wijze wordt geschreven.
Een reactie posten