George Orwell had iets met bommen. In zijn jeugd maakte hij bommen met een vriendje (Prosper Buddicom, hij ging ook met hem uit schieten).
Hij zegt - en niemand ontkent - dat hij in de Spaanse Burgeroorlog waarschijnlijk een tegenstander heeft gedood met een handgranaat.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog schrijft hij memoranda om de Home Guard effectiever te maken. Daarin benadrukte hij het belang van zelfgemaakte bommen. Hij zette zich ook aan het maken ervan:
[He] found an empty garage and put his section to work making their own petrol bombs out of milk bottles, by methods no longer safe to describe.Eenmaal klaar waren ze blijkbaar veilig genoeg - zijn vrouw Eileen merkte later op:
I didn't mind the bombs on the mantelpiece, but I didn't like the machine-gun under the bed.In Orwell's schrijven ging het er nog harder aan toe - al voor de oorlog, zelfs voordat hij naar Spanje gaat. Biograaf Bernard Crick geeft een reeks citaten uit Keep the Aspidistra Flying (1936). De held van het verhaal, Gordon Comstock, mijmert over de aanstaande oorlogen en ziet de hele beschaving weggebombardeerd worden - wat hij goed vindt.
Crick maakt echter ook aannemelijk dat Orwell niet uniek was; sterker nog, dat het in de extreem-linkse kringen waarin hij in de jaren '30 verkeerde gemeengoed was te denken dat de revolutie zou volgen op een forse luchtoorlog, waarin de kapitalistische structuren naar het Stenen Tijdperk teruggebombardeerd zouden worden. Hun 'geloof' in bombarderen werd weer gedeeld door de haviken van die tijd (die tijdens de Tweede Wereldoorlog hun theorieën in de praktijk mochten brengen) en van alle tijden sindsdien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten