Een van de vele hoogtepunten in deel 1 van The Years of Lyndon Johnson is de beschrijving van de vierjarige Lyndon, een jongetje met een ontzaglijke geldingsdrang. Als hij op school (hij hoefde nog niet naar school, mocht eigenlijk zelfs nog niet naar school, maar ging gewoon, niemand kon hem tegenhouden) buiten naar de wc moest, schreef hij niet, zoals dat hoorde, zijn naam klein op het linker schoolbord, maar heel groot: LYNDON B. op het linker, JOHNSON op het rechter bord.
Dit speelde in de toen straatarme Texas Hill Country. Zijn nichtje Ava, al zeven jaar oud, ging op een ezeltje naar diezelfde school. Lyndon mocht meerijden. Door de schrijver geïnterviewd imiteert Ava jaren later hoe hij binnen twee dagen eiste het ezeltje te mogen mennen:
'Ah wanta ride in front!'Een jaar of vijf later, het gezin was inmiddels verhuisd naar Johnson City (genoemd naar een oudoom, de Johnsons behoorden tot de pioniers die de Hill Country introkken; Caro noemt het de "set of a Grade-B Western"), zou Lyndon elke middag recht van school naar de kapper rennen om de krant te gaan lezen. In Johnson City kwam in die jaren één krant, dat wil zeggen: een twee of drie dagen oud exemplaar van de streekkrant. Tijdens het lezen gaf hij uitgebreid commentaar. Iedereen moest hem horen, en het met hem eens zijn.
'No, ah'm older, Lyndon, and it's mah donkey.'
'No, ah'm bigger! Ah wanta ride in front! Ah wanta ride in front!' And in the front he got.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten