zondag 23 april 2006

Opscheppen

Vertaler RvdK vraagt of Vertaalbureau.nl eigenlijk lid is van de ATA. Hiermee bedoelt hij niet, zoals u misschien zou denken als u de vertaalwereld een beetje kent, de American Translators Association (wat helemaal niet gek zou zijn, ook niet-Amerikanen kunnen er lid van worden, en ook voor vertaalbureaus bestaat er een lidmaatschapsvariant), maar de Association of Translation Agencies, een Nederlandse brancheorganisatie voor vertaalbureaus.

Wij zijn daar geen lid van. De reden is een beetje ingewikkeld. Laat ik om te beginnen een mop vertellen. Hij is vooral invoelbaar voor mannen, maar vrouwen die iets over mannen willen leren kunnen hem ook wel aan. Een man komt na een schipbreuk samen met Katja Schuurman op een onbewoond eiland terecht. Om een lang verhaal kort te maken: ze hebben de tijd van hun leven. Toch merkt Katja op een moment tekenen van onrust bij de man. "Wat is er toch, lieverd?" - "Ach..." - "Nee echt, kan ik iets voor je doen?" - "Nou, ja, eigenlijk... Zou je misschien dit pak aan willen trekken?" Zo gezegd, zo gedaan. Om het af te maken tekent de man Katja met wat houtskool een snorretje op. Hij slaat haar op de schouder en zegt: "Weet je met wie ik het tegenwoordig doe?"

Moraal: sommige ervaringen zijn niet compleet als we er niet met een soortgenoot, een peer over kunnen praten.

Stel nu dat je een eigen bedrijf hebt. Het loopt goed, prima eigenlijk. Het werk is interessant en redelijk afwisselend, de stress is houdbaar, niemand vertelt je wat je moet en je houdt er meer geld aan over dan je met jouw kennis en ervaring met een baan zou verdienen. Vrienden zouden zo met je willen ruilen. Toch voel je een zekere onrust. Wat is het probleem? Je ervaring van een eigen bedrijf hebben is niet compleet. Je kunt er met niemand echt over praten.

Ik denk dat dit een heel belangrijke reden is voor het bestaan van brancheorganisaties. Allemaal lotgenoten, die anders dan je vrienden en de papa's en mama's van de school van je dochters jouw verhaal kunnen appreciƫren. Daar wil je af en toe eens lekker mee bijpraten.

Ik zie best het nut in van de doelstellingen die bijvoorbeeld de ATA heeft (belangenbehartiging, ondersteuning van de leden, kwaliteitsverbetering van de vertaalbranche), maar als je zakelijk kijkt is voor mijn bedrijf lid zijn niet beter dan geen lid zijn. Ik denk niet dat het klanten kost als je het ATA-logo niet op je website kan zetten.

Blijft over dat sociale aspect. Ik zou gewoon lid kunnen worden onder het mom van die officiƫle doelstellingen, het ATA-logo op de website kunnen zetten (je weet nooit natuurlijk) en naar die bijeenkomsten gaan. Lekker praten met vakgenoten. Onrust weer een tijdje weg.

Maar nu komt het. Ik denk dat ik niet moet toegeven aan die natuurlijke behoefte. Want geef ik er aan toe, dan ga ik opscheppen. Over onze omzet. Over onze interessante klanten. Over hoe we een op het eerste gezicht hopeloos project winstgevend maakten. En klagen natuurlijk, over personeel, stagiaires, klanten die er niets van begrijpen. Dat moet ik niet doen. Daarom kan ik beter geen lid worden.

Mijn vrouw denkt er net zo over. Die zou mij denk ik nog liever een week met Katja Schuurman naar een onbewoond eiland laten gaan.

Geen opmerkingen: