Las deze week ergens een terugblik op Solange Leibovici's Het anale waterland, een nogal negatief stuk over Nederland en de Nederlanders dat in 1995 in de Groene Amsterdammer verscheen en dat je op vrijwel alle deeluitspraken met cijfers geadstrueerd zou willen zien. Zo zegt Leibovici dat veel Franse vrouwen die hier wonen eens met een Nederlander getrouwd waren, maar dat zulke huwelijken bijna altijd in echtscheiding eindigen. Zou dat echt zo zijn? Wat is "bijna altijd"? Heeft ze het huwelijk tussen mijn Nederlandse opa en Franse oma meegeteld?
Maar waar las ik dat stuk, ik bedoel dat stuk over het stuk van Leibovici nou ook weer? Gelukkig zette ik vanavond om 9 uur de televisie aan en bleef tot mijn verbazing tot half twaalf kijken naar een ouderwets VPRO-programma. 24 buitenlanders in Nederland kwamen erin aan het woord over - ja, eigenlijk over alles waar je geïnteresseerd in zou kunnen zijn als je eens een echt gesprek met een van de buitenlanders in je omgeving zou voeren.
Het zal geen verbazing wekken dat het beeld van Nederland dat zich langzaam ontvouwde oneindig veel genuanceerder was dan de tirade van Leibovici, die dan ook absoluut niet thuishoorde in... het achtergrondartikel in de VPRO-gids, die ik er na afloop bijpakte in de hoop wat meer over de geïnterviewden te lezen. Helaas, die informatie vond ik niet in dat artikel (uiteindelijk wel op deze website). Maar toen wist ik in ieder geval wel waar ik dat interview met Leibovici had gelezen.
En verdomd, daar stond het nog eens:
Fransen hebben het heel moeilijk hier, heb ik vaak gemerkt. Franse vrouwen vooral, die achter zo'n Nederlandse man aanlopen... al die huwelijken gaan naar de knoppen. Ik ken er maar één dat stand heeft gehouden.Nou ja, nu is in ieder geval duidelijk hoe ze aan haar statistieken komt. Ik zou op grond van mijn eigen waarneming een heel andere conclusie kunnen trekken. Maar misschien moeten we beide erkennen dat onze waarnemingen een slechte basis zijn voor generalisaties.
Zulke generalisaties maakten de geïnterviewden van vanavond maar heel weinig, en alleen als ze daartoe uitgedaagd werden, en dan zag je ze nadenken, twijfelen. Aardig was de vraag: hoe zou je Nederland in één woord samenvatten. De Bosniër kwam na een mooi rijtje associaties op "agenda". De Afghaanse op "vrijheid". De Antilliaan op "kansen". De Chileen: "zorgzaamheid". Wat de Amerikaanse en de Marokkaan zeiden herinner ik me niet precies meer, maar ook zij kwamen met iets positiefs. Alleen de Oekraïner noemde "gierigheid", maar met de nodige nuanceringen.
Je kunt vraagtekens plaatsen bij de representativiteit van de geïnterviewden. Natuurlijk waren ze handgeplukt, of in ieder geval geselecteerd op hun beheersing van het Nederlands, en je weet nooit of de makers nog kandidaten hebben laten afvallen die ze minder goed konden gebruiken.
En nu ik het dan toch over het waarheidsgehalte heb vermeld ik graag dat ik niet zo naïef ben dat ik echt denk dat alles even spontaan was. Ik ben me ervan bewust dat elke vraag meerdere keren overgedaan zal zijn, en dat daar de altijd manipulatieve montage nog is bijgekomen. Maar ik weet zeker dat de geïnterviewden zich zullen kunnen vinden in de manier waarop ze uiteindelijk in beeld zijn gekomen.
Wat ik ooit in een inburgeringscursus las (het heette misschien anders, dit moet 1994 of 1995 geweest zijn, de tijd van Leibovici's aanklacht):
Beleefde Nederlander: "Wij gaan nu eten, wilt u misschien een kopje koffie?"
Ten eerste: wie zegt er dat Nederlanders niet in staat zijn tot zelfkritiek?
Ten tweede: ik ben bereid te geloven dat dit ooit wel eens een keer gezegd is, maar dat veel buitenlanders het wel eens hebben meegemaakt geloof ik niet. Het is een verhaal dat een eigen leven is gaan leiden, als illustratie voor de ongastvrijheid die inderdaad op weinig plaatsen ter wereld zo treffend is als in Nederland.
Toen een van de geïnterviewden deze situatie ter sprake bracht kreeg ik even last van plaatsvervangende schaamte. Waarom iets vertellen dat je niet zelf hebt meegemaakt?
Gelukkig had een andere geïnterviewde, de Maleisische, een verhaal dat op precies hetzelfde neerkomt, maar wél echt is:
In m'n eerste jaar kwam ik een meisje tegen en ze zei 'goh als je in de buurt bent kom maar langs'. En ja daar was ik één keer en toen belde ik aan en ze was helemaal van: 'goh hebben we een afspraak?' En ik zei: 'nee maar jij zei dat als ik in de buurt was ik maar even langs moest komen, dus ik ben er. Dus, kopje koffie of zo of thee...?' 'Ja ja, dat komt niet goed uit', en na tien minuten was het iets van 'ik heb maar twee stukken vlees.' En ik zei: 'moet ik boodschappen doen voor jou?' En achteraf dacht ik: 'o. Haar vriend zou zo thuis komen en jij bent niet uitgenodigd voor het eten dus eigenlijk heeft ze liever dat je weggaat, maar dat zegt ze niet in je gezicht. (Zie hier)Waar alle geïnterviewden het over eens waren: Nederlanders klagen te veel. Ze weten niet hoe goed ze het hebben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten