Holly Moors beleefde gisteren een zeer invoelbaar moment. Hij kon niet meer tegen de dolmakende stukken tegen atheïsten, die steeds regelmatiger in de betere media verschijnen, en schreef daar een stukje over. Lees voor mijn positie mijn verhaaltje Jongens en meisjes, een van mijn betere volgens mijn vrouw. Verder verwijs ik graag naar het elders door Moors opgestelde literatuurlijstje, en dan met name naar Karel van het Reve en Rudy Kousbroek. Ditto, niets aan toe te voegen.
O ja, toch een ding. Uit puur intellectueel, debat-technisch oogpunt (maar dan ook alleen uit dat oogpunt) is het vermakelijk te zien hoe ongelovigen en gelovigen elkaar de communisten toespelen:
Gelovige: "Communisten geloven niet in God, dus ze horen bij de ongelovigen."Een verslag van zo'n moedeloos makende discussie is te vinden bij Rudy Kousbroek, niet in Hoger honing, maar in Verloren goeling (Amsterdam 1998), p. 101:
Ongelovige: "Communisten geloven ergens in, dus ze horen bij de gelovigen."
Ik probeerde de landmeter duidelijk te maken dat het communisme in onze ogen ook een geloof was, en dat 'nergens in geloven' inhield dat je ook niet in het communisme geloofde. Je kon zien dat het niet baatte. hij had altijd geleerd dat het communisme de doodsvijand was van het geloof, en nu kwamen opeens twee Hollandse toeans hem vertellen dat het communisme zelf een geloof was. Het communisme was toch juist goddeloos? Wie was dan de God van het communisme? Ik gaf het op, ik heb me er toen met een grapje afgemaakt.Hier moet ik bij aantekenen dat dit gesprek in het Indonesisch plaatsvond, wat Kousbroek uiteraard een handicap gaf. Maar ook in Nederland lukt het hem maar niet om wie dan ook te overtuigen, geloof ik. Eh... denk ik. Ben ik bang. Voor aanhangers van de ratio is het roeien tegen de stroom in. Het wachten is alleen nog op Ayaans belijdenis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten