donderdag 23 maart 2006

Jongens en meisjes

Een late reactie, druk natuurlijk. Maar waarmee eigenlijk helemaal? Het managen van een eigen bedrijf lijkt een zeldzaam egotistische bezigheid als je ziet wat de jongens en meisjes van SP en ChristenUnie, alweer bijna drie weken geleden geportretteerd in M, allemaal doen.

Ik ben van geen van beide partijen. De SP ziet de partij als gedisciplineerde revolutionaire voorhoede en is daarom onacceptabel voor iedereen die de Oktoberrevolutie als een van de rampzaligste gebeurtenissen van de twintigste eeuw beschouwt.

Verder zijn ze naïef op het clichématige af: je krijgt de indruk dat ze echt niet weten hoe geld verdienen in zijn werk gaat. Dat is iets wat anderen doen. Wat wij willen is meer belastingen om het geld aan de mensen te geven die het echt nodig hebben. En zelf kiezen we ervoor van een minimumloon te leven.

En tenslotte is er de humor. Die tomaten. "Meer rood op straat." Gelukkig stonden er weinig staaltjes van in het stuk in M, maar wat er stond was weer genant genoeg. Een club waar ik niet bij zou willen horen.

Bij de ChristenUnie hoor ik ook niet, hoewel ze geen verwerpelijke politieke filosofie aanhangen, niet naïef zijn en geloof ik ook geen verstikkende groepshumor kennen.

Mijn probleem met hen zit 'm in het geloof in God, dat ik niet deel. Een almachtige God kan niet tegelijk bestaan met de ellende in de wereld, tenzij Hij die wil, en dat zullen de meeste Christenen ontkennen. Bovendien kan ik heel goed zonder God - ik bedoel dat ik voor geen enkele verklaring van welk fenomeen dan ook een God nodig heb, en ook niet voor het leiden van een min of meer correct leven. Dit geldt zeker ook voor veel van mijn vrienden, die zeker zo correct leven als ik en ook niet in God geloven. Ik meld daar onmiddellijk bij dat enkele voorbeeldige vrienden juist wel Christen zijn. Die geven God, denk ik dan, de credits die mijn niet-Christelijke vrienden en ik onszelf toeëigenen.

Ik vind het verbazingwekkend in het relaas van een van de ChristenUnie-jongens te lezen dat hij zeer bewust, je zou haast zeggen tegen beter weten in, het bestaan van God als gegeven aanvaardt:

Later volgde ik vakken aan de theologische faculteit, ik las over het ontstaan van de bijbel, ik dacht: ik heb het allemaal wel erg gemakkelijk voor waar aangenomen. Die twijfel heb ik niet aan de kant gezet, maar ik denk er gewoon niet meer aan. Nu is het: ik wéét niet hoe de bijbel is ontstaan, maar het is Gods woord en dat relativeer ik niet.
Deze jongen, 22 jaar oud, lijkt een intelligente, erudiete kerel, die André Rouvoet als gelijke interviewt en samen met een vriendin (blijkbaar niet zijn vaste vriendin?) een pleegkindje heeft in Tanzania: "25 euro per maand".

Ik ben 40. Wij zijn thuis pas een paar maanden geleden overgegaan tot het adopteren van een kindje in Bolivia - in onze portemonnee merken we dat echt helemaal niet, en de tekeningen die we onze dochtertjes in een eerste impuls lieten maken zijn nog niet verstuurd.

Geen opmerkingen: