vrijdag 26 mei 2006

Echo's van Karel

Als je een schrijver zeer bewondert en je je ook nog eens kunt vinden in zijn gedachtegoed (wat niet altijd samen hoeft te gaan), heb je de neiging hem te gaan imiteren. Dat hoeft helemaal niet erg te zijn. Ten eerste heb je voor jezelf in ieder geval een benchmark, en ten tweede lukt het toch niet. Als je goed genoeg bent, is je eigen stijl te sterk. Gerard Reve zei eens dat hij probeerde te schrijven als Ivan Toergenjev, of dat in ieder geval lange tijd geprobeerd had. Als je het weet zie je het, maar alleen dan.

Onder bloggers, columnisten en andere schrijvers van kortere non-fictie zijn er nogal wat die Karel van het Reve imiteren. Een van hen ben ik zelf. Maar laten we het niet over mij hebben. Laten we het hebben over Theodor Holman.

Ik moet eerlijk zeggen dat ik me wel kan vinden in de kritiek die hem sinds anderhalf jaar ten deel valt en die in de ingezonden brieven in het Parool wekelijks heftiger wordt: hij heeft het alleen nog maar over Theo van Gogh, en anders wel over Ayaan Hirsi Ali, of over radicale islamieten. Het is waar. Maar er is met zijn stukjes wel iets grappigs aan de hand: hij kan Karel van het Reve maar niet afschudden. Andere vrienden van Theo van Gogh zijn de rede allang voorbij en zien elk relativerend geluid als VERRAAD. Holman gaat af en toe ook die kant op, maar je voelt dat dat hem niet ligt. Hij moet het van zichzelf, hij is het verplicht aan Theo. Maar de invloed van Karel is sterker, waardoor Holman op belangrijke punten achterblijft bij zijn radicale vrienden.

Schelden doet Holman bijvoorbeeld niet. Karel van het Reve: "Bij ons thuis viel nooit een onvertogen woord en het in het openbaar gebruiken van onwelvoeglijke taal staat mij in hoge mate tegen." De ondergang van het morgenland, p.208). En als Holman iemand aanvalt doet hij dat op de punten waar het om gaat. Vooruit, een blockquote'je VhR, want volgens mij heeft Holman deze passage in zijn oren geknoopt:

Van der Paardt denkt dat hij een zeker effect bereikt bij de lezer door mij 'de hooggeleerde' te noemen, of door van tijd tot tijd in herinnering te brengen dat mijn lezing in een kerk plaats had. Oversteegen denkt dat hij mij een gevoelige polemische slag toebrengt door mij 'Karel de Kale' te noemen (Als argument zijn dit soort dingen erg zwak. Zo voeren mijn tegenstanders tegen mij aan dat het publiek hier en daar om mijn toespraak gelachen en enige keren geapplaudisseerd heeft. Ik vind niet dat zoiets tegen mijn beweringen pleit - zoals het ook niet voor Van der Paardt en Oversteegen pleit als er om hen niet gelachen wordt en hun woorden niet met applaus worden aangehoord.) Oversteegen, die lijkt te menen dat hoe meer van dat soort dingen je aanvoert hoe groter het effect, brengt niet alleen mijn hoogleraarschap tegen mij in het veld en mijn kaalheid, maar ook mijn broer en mijn communistische afkomst. Ik heb altijd geleerd dat je, tenzij je er iets erg leuks mee doet, dat soort dingen beter achterwege kunt laten: als je met Multatuli polemiseert of met Oversteegen, dan behoort het niet tot de goede toon om niet te spreken over Multatuli's astma of over die bochel van Oversteegen.
(Karel van het Reve, Een dag uit het leven van de reuzenkoeskoes (Amsterdam 1979), p. 157-158).

Maar het belangrijkste is dat Holman geen haat kan opbrengen tegen small time losers als Mohammed B. Ik heb genoeg geciteerd, maar er zijn al vanaf de Nacht op de Kale Berg meer dan voldoende aanwijzingen bij Karel van het Reve te vinden dat die er precies hetzelfde over zou hebben gedacht.

(Nee, dan de procederende buren van Ayaan. Vandaag het stuk in Vrij Nederland gelezen waarin ze uitgebreid aan het woord komen. Er is werkelijk niets goeds over hen te zeggen. Volkomen terecht reserveert Holman zijn scherpste bewoordingen voor dat soort mensen.)

Ik begon te zeggen dat je je leermeester niet blijft imiteren als je daar zelf te goed voor bent. Holman is er veel te goed voor - en schrijft meestal over thema's waarin hij Karel van het Reve niet kán imiteren, omdat die er niet over schrijft. Theo van Gogh is maar een kleine obsessie vergeleken met zijn ouders, de liefde en zijn depressiviteit.

Het stukje van afgelopen zaterdag in PS van de Week was gelukkig ouderwets leuk. Zoek het op, en als u het Parool niet leest ligt het misschien nog wel ergens bij vrienden. Hij komt te weten dat een hem onbekende vrouw een pornografische fantasie heeft waar hij een rol in speelt, wat tot aardige verwikkelingen leidt.

Maar wat voor mij het allermooiste was, zou u misschien missen. Holman schrijft op een moment:
's Avonds werd ik gebeld: ene Marjan. Ze had mijn nummer gekregen van I., die het weer had van IJ - terwijl ik gewoon in het telefoonboek sta.
Terwijl ik gewoon in het telefoonboek sta. Karel van het Reve schrijft ergens: "U kunt mij bellen, ik sta gewoon in het telefoonboek." Ik weet niet meer waar. Holman misschien ook niet. Maar hij kent het citaat. Het zou me zelfs niet verbazen als hij ondanks zijn toenemende beroemdheid zijn telefoonnummer gewoon in het telefoonboek vermeld heeft laten staan omdat Van het Reve dat ook deed.

Naschrift Zoals gewoonlijk ging ik mijn research na het schrijven doen. Holman schijnt op een moment gezegd te hebben dat Nederland islamvrij moet worden. Dat klinkt inderdaad meer als Leon de Winter. Maar ik vermoed dat hij ook hier weer in een wat simpelere vorm Karel van het Reve echoot: Nederland hoort een streng seculier land te zijn. Het christendom komt er bij Holman trouwens niet beter af, getuige zijn beroemde uitspraak "Nog steeds vind ik iedere christenhond een misdadiger" die hem een aanklacht wegens godslastering opleverde (hij werd vrijgesproken).

Verdomd, dat ik daar niet eerder aan heb gedacht. In het Parool van 14 januari 1995 (column Achteraf, opgenomen in de gelijknamige bundel, p. 353-355), wees Karel van het Reve Holman terecht, zij het redelijk mild. Letterlijk zal hij het niet bedoeld hebben, meent VhR, want dan zou Holman bijvoorbeeld ook Karels broer Gerard een misdadiger vinden.
Of bedoelt Theodor het allemaal heel anders en ziet hij in iedere christen een misdadiger, omdat hij iedere christen verantwoordelijk houdt voor alle misdaden die christelijke fundamentalisten in de loop der eeuwen hebben begaan? De heksenjacht. De martelaren van Gorkum. Het ketterbranden. De beeldenstorm. De eeuwenlange jodenvervolgingen. Noem maar op. Dat is wel een erg wrede opvatting, strijdig met de goedhartige aard van de verdachte.

Een andere lezersreactie op een column die ik gemist heb: "Onbegrijpelijk, die column van Holman in PS van 7 februari. Meent hij echt dat de vrijheid van meningsuiting onbeperkt kan en moet zijn?" Eh... Dit hoor je te herkennen als een van de meest beruchte meningen van Karel van het Reve. Ik ben wel bang dat hij in handen van Holman zonder valkussens werd gebruikt.

Naschrift 2 We blijven bezig. Toch even een citaat van Van het Reve over die onbeperkte vrijheid van meningsuiting, omdat het nota bene zijn conclusie is in diezelfde column over Holman en de christenhonden:
Er is een lid van het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten geweest die Hugo Black heette en die ervoor pleitte om alle wetten waarin iets dat iemand zegt of schrijft strafbaar gesteld wordt, ongeldig te verklaren. Ik ben een aanhanger van die Hugo Black.
En om het prachtige echootje van Willem Elsschot: "Ik word op 't ogenblik vanuit Gent verneukt door een kerel, die Korthals heet en die het lijk van mijn schoonzuster in zijn bezit heeft."

Geen opmerkingen: